Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
3.10 - BALANCERING VAN DE SLAGBOOM
De balancering van de slagboom is nodig om het beste evenwicht te
verkrijgen tussen het volledige gewicht van de slagboom, inclusief de
geïnstalleerde accessoires, en de kracht die hij moet weerstaan door
de spanning van de balanceringsveer.
Om de spanning van de veer te controleren, gaat u als volgt te werk.
1. ontgrendel de reductiemotor met de daartoe bestemde sleutel
(zie paragraaf "Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van
de reductiemotor")
2. breng de slagboom met de hand ongeveer halverwege zijn slag
(45°) en laat hem stilstaan
3. als de slagboom niet op zijn plaats blijft, draait u de moer (A) van
de veer los
4. als de slagboom omhoog neigt te gaan moet de spanning van
de veer worden verminderd door de spanner (B) naar links te
draaien. Als de slagboom echter omlaag neigt te gaan moet u
de spanning van de veer groter maken door de spanner (B) naar
rechts te draaien.
24
45°
45°
5. herhaal de handeling door de slagboom ook op ongeveer 20°
en op 70° te plaatsen. Als de slagboom op zijn plaats blijft staan,
betekent het dat de balancering correct is; een lichte onbalans is
toegestaan, maar de slagboom mag nooit hevig bewegen
6. draai de moer (A) van de veer vast
7. blokkeer de reductiemotor.
3.11 - HANDMATIG ONTGRENDELEN EN
VERGRENDELEN VAN DE REDUCTIEMOTOR
De reductiemotor is uitgerust met een mechanisch
ontgrendelingssysteem waarmee de slagboom handmatig geopend
en gesloten kan worden.
Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd als de elektrische
energie uitvalt, bij storingen in functionering en tijdens de installatie.
Ontgrendelen gebeurt als volgt:
1. draai het deksel dat de sleutel afdekt
2. doe de sleutel in de opening (A) en draai hem naar links of rechts
- 276 - NEDERLANDS
A
B
A
B
25
3. het is nu mogelijk om manueel de slagboom in de gewenste
positie te zetten.
Om te vergrendelen:
1. doe de sleutel (A) weer in zijn beginstand
2. Trek de sleutel eruit
3. draai het deksel dat de sleutel afdekt.
4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 - VOORAFGAANDE CONTROLES
c
Alle elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht terwijl de netspanning uitgeschakeld en
de bufferbatterij (als deze aanwezig is in de automatisering)
losgekoppeld is.
m
De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Voor de elektrische aansluitingen:
1. open de doos van de besturingseenheid
2. voer de stroomkabels door de slagboom, van de basis naar de
besturingseenheid
3. voer de voedingskabel door de kabelwartel A en verbind hem met
de klem L N
4. draai de kabelwartel vast
5. voer de overige kabels door via de kabelwartels B
6. maak de verbindingen en volg het elektrische schema op
afbeelding 28. Voor het gemak zijn de klemmen verwijderbaar.
26
B
m
Voer de gewenste programmeringen uit voordat u het
deksel sluit.
°
9 0
A
A
Publicidad
