7. ONDERHOUD
DE MAAIER OPBERGEN
Als u de maaier in de berging zet terwijl er benzine in de tank en de carburateur zit, is
het belangrijk te voorkomen dat benzinedampen kunnen ontbranden. Kies een goed
geventileerde bergplaats waar geen apparaten staan die vonken of vuur gebruiken,
zoals een geiser, of apparaten met een elektrische ontsteking.
Vermijd zo mogelijk een bergplaats met een hoge luchtvochtigheid waardoor roest en
corrosie kunnen optreden.
Tenzij alle benzine uit de tank is afgetapt, moet de brandstofkraan DICHT gedraaid
worden zodat het risico van brandstoflekkage tot een minimum beperkt is.
Zet de maaier altijd met zijn wielen op een horizontaal vlak. Als hij scheef staat kan er
benzine of olie uit lekken.
Om ruimte te besparen kunt u de stuurboom neerklappen (zie bladzijde 35).
Als de motor en de uitlaat zijn afgekoeld dekt u de maaier af tegen stof. Als de motor
en de uitlaat heet zijn, kunnen sommige materialen smelten of vlam vatten. Gebruik
geen plastic als afdekking; onder een niet-poreuze afdekking kan zich vocht ophopen
waardoor roest en corrosie sneller kunnen optreden.
UIT DE BERGING HALEN
Controleer de maaier zoals beschreven in het hoofdstuk VOORDAT U GAAT MAAIEN,
eerder in deze gebruiksaanwijzing.
Als u de benzine had afgetapt alvorens de maaier op te bergen, vult u de benzinetank
met nieuwe benzine. Vul de tank alleen bij uit een jerrycan als u zeker weet dat het
nieuwe benzine is. Benzine veroudert na verloop van tijd waardoor startproblemen
kunnen optreden.
Als u olie in de cilinder heeft gegoten alvorens de maaier op te bergen, zal de motor na
het starten even roken. Dat is normaal.
TYPE MET ELEKTRISCHE START (HME-TYPE)
Laad aan het begin van het maaiseizoen de accu gedurende 20-24 uur alvorens u de
elektrische starter gebruikt (zie bladzijde 57)7
7. ONDERHOUD
40
D