Het wiel is gekoppeld.
Opslag
VOORZICHTIG
Letsel- en beschadigingsgevaar door het niet in
acht nemen van het gewicht
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
Het apparaat mag alleen in binnenruimtes worden op-
geslagen.
Ga als volgt te werk als de schoonmaakrobot langere
tijd niet wordt gebruikt:
1. Het accupack opladen (zie gebruiksaanwijzingen en
de veiligheidsinstructies van het accupack en het
oplaadapparaat).
2. Bewaar het opgeladen accupack op een koele en
droge plaats.
Onderhoud
Onderhoudsintervallen
Meldingen verschijnen op het scherm en in de app om
de gebruiker eraan te herinneren het apparaat te onder-
houden. De onderhoudsintervallen kunnen variëren af-
hankelijk van hoe vaak de schoonmaakrobot wordt
gebruikt.
Na elk gebruik
1. Controleer de reinigingsborstel, zijbezems en wie-
len en reinig ze indien nodig.
2. De accupacks opladen.
3. Controleer of het stofreservoir geledigd moet wor-
den.
4. Reinig de sensoren met een vochtige, pluisvrije mi-
crovezeldoek. Gebruik indien nodig extra glasreini-
ger.
Wekelijks
1. Het filter en het voorfilter reinigen.
2. De reinigingsborstel reinigen.
3. De wielen reinigen
Vervangen na slijtage
1. De zijbezems vervangen
Storing
De reinigingsrobot kan
niet worden ingescha-
keld.
Klantenservice
Als de storing niet kan worden verholpen, moet het ap-
paraat door de klantenservice worden gecontroleerd.
Storingen zonder weergave op het display
Oplossing
1. Controleer of de accupacks opgeladen zijn en laad ze zo nodig op.
Nederlands
2. De afgeschuinde rand vervangen.
3. De reinigingsborstel vervangen.
4. Het filter vervangen.
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudswerkzaamheden als animatie
Diverse onderhoudstaken worden als animaties in het
apparaat opgeslagen en kunnen op het scherm of in de
app worden opgeroepen, zie hoofdstuk Help.
Wielen reinigen
Vuildeeltjes (zoals (bijv. zand) kunnen vast komen te zit-
ten op het loopvlak en gevoelige, gladde vloeropper-
vlakken beschadigen.
1. De loopvlakken van de wielen reinigen.
Stofreservoir leegmaken
1. Druk op de ontgrendelingsknop op de stofcontainer
en verwijder de stofcontainer uit het apparaat.
2. Klap indien nodig de handgreep op het stofreservoir
omhoog.
3. Druk op de ontgrendelknop op de deur van het
stofreservoir.
4. Klap de deur van het stofreservoir dicht.
5. Leeg de stofcontainer.
Filter reinigen
1. Druk op de ontgrendelingsknop op de stofcontainer
en verwijder de stofcontainer uit het apparaat.
2. Druk op het lipje van het filterdeksel en vouw het fil-
terdeksel omhoog.
3. Verwijder het filter.
4. Klop het filter uit.
Verwijder en reinig de reinigingsborstel
1. Verwijder het deksel van de reinigingsborstel samen
met de veegrand.
2. De reinigingsborstel verwijderen.
3. Verwijder verwikkelde draden en haren.
Zijbezems verwijderen en reinigen
1. Verwijder de zijbezems uit de houder.
2. Verwijder verwikkelde draden en haren.
Sensoren reinigen
1. Reinig de sensoren met een vochtige, pluisvrije mi-
crovezeldoek. Gebruik indien nodig extra glasreini-
ger.
Hulp bij storingen
Als er een fout optreedt, verschijnt er een melding op
het scherm van het apparaat met instructies die moeten
worden opgevolgd om het probleem te verhelpen.
Er wordt ook een foutcode weergegeven voor foutmel-
dingen die alleen door de servicetechnicus kunnen wor-
den verholpen. Neem contact op met de klantenservice
als dit probleem zich na een aantal keer heropstarten
nog steeds voordoet.
Garantie
In elk land gelden de garantievoorwaarden die door on-
ze verantwoordelijke verkoopmaatschappij zijn uitgege-
85