Onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor letsel! Voor alle werken aan
het apparaat Intelligent Key aftrekken en
stekker van het oplaadapparaat uittrekken.
Batterijstekker uittrekken.
Vuilwater en resterend schoon water
aflaten en verwijderen.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door nalopen van de
zuigturbine.
De zuigturbine loopt na het uitschakelen
na. Onderhoudswerkzaamheden pas na de
stilstand van de zuigturbine uitvoeren.
Onderhoudsschema
Voor het begin van de werkzaamheden
Bandenspanning van de voorwielen
controleren.
Na het werk
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuil water aflaten.
Reinig de beschermzeef van de turbine.
Alleen R-reinigingskop: lade voor grof
vuil verwijderen en leegmaken.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuiglippen en schraaplippen reinigen,
op slijtage controleren en indien nodig
vervangen.
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Accu laden.
Maandelijks
Bij een voorlopig stilgelegd apparaat: ver-
effeningslading van de accu uitvoeren.
Controleer de batterijpolen op oxidatie,
borstel ze indien nodig af. Let op stevig-
heid van de verbindingskabels.
Afdichting tussen vuilwaterreservoir en
deksel reinigen en op dichtheid contro-
leren, indien nodig vervangen.
Bij niet-onderhoudsvrije accu's, zuur-
dichtheid van de cellen controleren.
Borsteltunnel reinigen (alleen R-reini-
gingskop)
Waterverdeellijst aan de reinigingskop
verwijderen en waterkanaal reinigen
(alleen R-reinigingskop).
Jaarlijks
Voorgeschreven inspectie door klan-
tendienst laten uitvoeren.
Teller terugzetten
Als een in de display weergegeven onder-
houd wordt uitgevoerd, moet daarna de be-
treffende onderhoudsteller worden gereset.
66
Intelligent Key insteken.
Veiligheidsschakelaar op „1" zetten.
Programmaschakelaar op Transport
zetten.
Infoknop indrukken.
Infobutton draaien tot „Onderhoudstel-
ler" wordt weergegeven.
Infoknop indrukken.
De tellerstanden worden weergegeven.
Infoknop indrukken.
„Teller wissen" wordt weergegeven.
Infobutton draaien tot te te wissen teller
wordt geaccentueerd.
Infoknop indrukken.
„YES" door draaien van de infobutton
selecteren.
Infoknop indrukken.
De teller wordt gewist.
Instructie:
De serviceteller kan alleen door de klanten-
service worden gereset.
De serviceteller geet de tijd aan tot de aan-
staande service door de klantenservice.
Onderhoudswerkzaamheden
Onderhoudscontract
Ter verzekering van een betrouwbare wer-
king van het apparaat kunt u met het be-
voegde Kärcher-verkoopkantoor een on-
derhoudscontract afsluiten.
Bandenluchtdruk controleren
Apparaat op een egaal oppervlak neer-
zetten.
Bandenpomp met meter op het band-
ventiel aansluiten.
Luchtdruk controleren en indien nodig
druk bijstellen.
Toegestane bandenluchtdruk zie tech-
nische gegevens.
Proces bij het tweede voorwiel herha-
len.
Beschermzeef van de turbine reinigen
Deksel vuilwatertank openen.
Duw de klikhaken samen.
Verwijder de vlotter.
Draai de beschermzeef van de turbine
tegen de klok.
Neem de beschermzeef van de turbine
weg.
Spoel het vuil op de beschermzeef van
de turbine af met water.
Breng de beschermzeef van de turbine
opnieuw aan.
Breng de vlotter aan.
Zuiglippen vervangen
Zuigbalk wegnemen.
Stergrepen er uit schroeven.
8
-
NL
Kunststofonderdelen verwijderen.
Zuiglippen verwijderen.
Nieuwe zuiglippen inschuiven.
Kunststofonderdelen opschuiven.
Stergrepen inschroeven en vastdraaien.
D-reinigingskop inbouwen
Til de houder van de reinigingskop op
(zie hoofdstuk „Grijze Intelligent Key/.../
Borstelvorm selecteren").
Reinigingskop zodanig onder het appa-
raat schuiven dat de slang naar achte-
ren wijst.
Reinigingskop maar voor de helft onder
het apparaat schuiven.
Deksel van de reinigingskop wegnemen.
Stroomtoevoerkabel van de reinigingskop
met het apparaat verbinden (dezelfde
kleuren moeten tegen elkaar komen).
Deksel erop zetten en vastzetten.
Reinigingskop in het midden onder het
apparaat schuiven.
Slangkoppeling aan de reinigingskop ver-
binden met de slang aan het apparaat.