schroeven van de gasklep (Afb. 15) volgens
de onderstaande procedure gebeuren. Stel
de drukwaarden in die in de tabel "Afstelling
van de gasklep/thermoschakelaar" aange-
geven zijn.
Note
Voor toestellen die op propaangas (LPG)
omgebouwd zijn, dient de gasklep afgesteld
te worden volgens de technische informa-
tie die bij de ombouwset geleverd wordt.
1. Draai met de tweede trap in werking het
doorstroomregelwiel van de tweede vlam
(C) iets los en zet het in de maximale
openingsstand. Stel de hoofdregelaar (D)
in op de aangegeven waarde. Verlaag de
afstelling van de doorstroming van de
tweede vlam (C) totdat de gespecifi-
ceerde druk bereikt wordt.
2. Stel met alleen de eerste trap in werking
het doorstroomregelwiel van de eerste
vlam (E) op de gespecificeerde druk in.
Draai het regelwiel vast om de instellin-
gen permanent te blokkeren.
Sluit het kleine deksel dat op de hoofdregel-
aar zit.
3. Gebruik een afzuiggasanalysator om het
gehalte aan CO, CO
en Nox te meten,
2
indien mogelijk, in de verbrandings-
gassen bij de uitlaat van het rookkanaal.
Het koolstofmonoxidegehalte (CO) moet
lager dan 0,1% (1000 ppm) zijn. Contro-
leer of de verhouding CO/ CO
0,02 is.
Elektrische aansluitingen
In elk geval dienen de geldende landelijke
Afstelling gasklep / thermoschakelaar
Verwarmingsvermogen (kW)
Model
Totaal (P.C.I.)
090
120 / 150
180 / 240 / 300
*Grootten 180 / 240 / 300: dezelfde afstelling in beide kleppen.
56
voorschriften in acht genomen te worden.
Elke airconditioner wordt met een
schakelkast geleverd die op de spanning
aangesloten wordt door middel van een
hoofdschakelaar met zekeringen of een
automatische schakelaar.
Deze schakelkast is van een fasedetector
voorzien om de garanderen dat de
elektrische volgorde R-S-T is. Is dit niet het
geval, dan ontvangt de regelplaat geen
stroom en werkt het toestel niet. In dat geval
dienen twee van de ingangsfasen van de
hoofdvoeding
omgewisseld te worden.
Vermogens- en regelkabels
De ter plaatse aangelegde kabels van het
toestel en de aardaansluiting dienen aan
de landelijke, plaatselijke en gemeentelijke
voorschriften te voldoen. De voltage-
toleranties die bij de aansluitklemmen van
de compressor tijdens het inschakelen en
bedrijf aangehouden dienen te worden, zijn
op het typeplaatje aangegeven.
Ter plaatse dient een automatische scha-
kelaar voor het toestel geïnstalleerd te wor-
den. Deze schakelaar dient onafhankelijk
van alle overige kringen te zijn. Indien een
van de bij het toestel geleverde kabels ver-
vangen moet worden, dient de vervan-
gende kabel van hetzelfde type te zijn dat
in het schakelschema aangegeven is.
lager dan
De
elektrische
2
gedimensioneerd te zijn om de belasting
te kunnen verwerken. Uitsluitend koper-
draad gebruiken. Elk van de toestellen dient
met een automatische schakelaar op een
Netto
53,5
47,5
64,2
57
85
76
van
de
machine
lijn
dient
goed
Gasfamilie
Hoofdregelaar
2ND-H/E (G20)
10,5
2ND-L (G25)
15,2
2ND-H/E (G20)
10,5
2ND-L (G25)
15,2
2ND-H/E (G20)
10,5
2ND-L (G25)
15,2
NL
onafhankelijke kring aangesloten te zijn en
rechtstreeks vanaf de meterkast van stroom
voorzien te worden.
Voorzorgsmaatregel
Voor de aansluiting van de
stroomvoorziening en de regel-
kabels naar het toestel dienen
waterdichte stekkers gebruikt te
worden, zodat er geen water of vocht tij-
dens normaal bedrijf in kan komen. Dit geldt
tevens als ter plaatse een schakelaar geïn-
stalleerd wordt.
Zie «Bekabeling in een gewoon werk» voor
het schakelschema van het toestel en in-
formatie over de regelkring en de
vermogenskabels-
Thermostaat
De ruimtethermostaat dient op een binnen-
muur op 1420 mm boven de vloer geplaatst
te worden waar geen stroomleidingen lo-
pen, buiten het directe zonlicht en uit de
buurt van andere elektrische verwarming-
sapparaten. De bij de thermostaat
bijgevoegde aanwijzingen van de fabrikant
aanhouden voor het installeren in het
algemeen. Er dienen tien draden van 0,22
2
mm
kabel met mantelbescherming ge-
bruikt te worden om de thermostaat op het
toestel aan te sluiten.
De draairichting van de com-
pressoren
Scroll compressoren werken net zoals de
ventilatoren alleen correct in één vaste
draairichting. Alle motoren zijn in de fabriek
bekabeld om in de juiste richting te draaien.
Afstelling van de gasklep (mbar)
Regelaar
2e trap
9,9
14,6
9,9
14,6
-
-
Regelaar
1e trap
4,9
7,3
4,9
7,3
9,9
14,6*