6-11. De motor starten
Start de kettingzaag pas nadat deze volledig in
elkaar gezet en geïnspecteerd is!
(zie afb. 55)
2
Start de motor van het kettingzaag minimaal 3 meter
verwijderd van de plaats waar brandstof werd bijgevuld.
Zorg ervoor dat u stevig staat en plaats de kettingzaag zodanig
op de grond dat zich niets in de buurt van het zaagblad en de
zaagketting bevindt.
Stel de kettingrem in werking (blokkeer de zaagketting).
Houd de voorhandgreep stevig met één hand vast en druk de
kettingzaag tegen de grond.
Houd de beschermkap van de achterhandgreep met uw
rechtervoet omlaag, zoals afgebeeld.
Opmerking: Door het Featherlight-Start-systeem kunt u de
kettingzaag moeiteloos starten. Doorloop de startprocedure
stap voor stap.
(zie afb. 56)
Combinatieschakelaar
Koude start (Choke)
ON
Warme start (ON)
Motor uit
Veiligheidsstand (voeding van de ontsteking
onderbroken, vereist voor alle onderhouds-,
reparatie- en montagewerkzaamheden)
Koud starten:
Bedien de brandstofpomp (5) met de hand door meerdere
keren te drukken tot u brandstof in de pomp ziet.
Duw de combinatieschakelaar (1) omhoog (choke-stand). Dit
stelt tevens de halfgasvergrendeling in werking.
Trek soepel en gelijkmatig aan de trekstarthandgreep (2).
6-12. De motor stoppen
Duw de combinatieschakelaar
.
OPMERKING: Nadat de combinatieschakelaar omlaag is
geduwd, komt hij automatisch weer omhoog naar de ON-
stand. De motor wordt gestopt, maar kan weer worden gestart
zonder de combinatieschakelaar te bedienen.
6-13. De kettingrem controleren
Vóór ieder gebruik van de kettingzaag moet de
kettingrem worden gecontroleerd!
Start de motor zoals hierboven is beschreven (zorg ervoor
dat u stevig staat, plaats de kettingzaag zodanig op de grond
dat zich niets in de buurt van het zaagblad en de zaagketting
bevindt).
(zie afb. 57)
Houd de voorhandgreep stevig vast met uw andere hand aan
de achterhandgreep.
114
1
5
3
4
(1) omlaag tot in de stand.
LET OP: Trek het trekstartkoord niet meer dan ongeveer 50 cm
eruit en laat het langzaam met uw hand terugkeren.
Herhaal de startprocedure tweemaal.
Duw de combinatieschakelaar (1) naar de "ON"-stand. Trek
nogmaals soepel en gelijkmatig aan de trekstarthandgreep.
Zodra de motor draait, pakt u de achterhandgreep vast (de
veiligheidsvergrendelknop (3) wordt ingedrukt door de palm
van uw hand) en knijp de gashendel (4) in.
LET OP: Onmiddellijk na het starten moet de motor
op stationair worden gezet. Als u dat niet doet, kan de
vrijloopkoppeling worden beschadigd.
Zet nu de kettingrem vrij.
Warm starten:
Net zoals hierboven is beschreven bij koud starten, maar vóór
het starten zet u de combinatieschakelaar (1) omhoog (choke-
stand) en daarna onmiddellijk weer terug in de "ON"-stand. Dit
dient alleen om de halfgasvergrendeling in te schakelen. Als de
motor niet start na 2 of 3 keer aantrekken, herhaalt u de hele
startprocedure zoals beschreven bij koud starten.
OPMERKING: Als de motor slechts een korte tijd gestopt
is geweest, kan de motor weer worden gestart zonder de
combinatieschakelaar te gebruiken.
Belangrijk: Als de brandstoftank helemaal leeg was en de
motor is afgeslagen door gebrek aan brandstof, bedient u
de brandstofpomp (5) met de hand door meerdere keren te
drukken tot u brandstof in de pomp ziet.
BELANGRIJK: Om de elektrische voeding van de
ontsteking te onderbreken, duwt u de combinatieschakelaar
helemaal omlaag tot voorbij het weerstandspunt naar de
veiligheidsstand (
).
Laat de motor draaien op een middelhoog toerental en duw de
beschermkap van de voorhandgreep (6) in de richting van de
pijl met de rug van uw hand tot de kettingrem in werking treedt.
De zaagketting moet nu onmiddellijk tot stilstand komen.
Start de motor weer, laat hem stationair draaien en zet daarna
de kettingrem vrij.
Let op: Als met deze test de zaagketting niet onmiddellijk
tot stilstand komt, stopt u de motor onmiddellijk. In deze
toestand mag u de kettingzaag NIET gebruiken! Neem
contact op met een erkend DOLMAR-servicecentrum.