Onderdelenlijst
1. Geleider
2. Vizier
3. Hulphandvat
4. Behuizing
5. Hoofdhandvat
6. Diepte meter vergrendelknop
7. 0-indicator
8. Diepte verstelgeleider
9. Boorgeleider hoek vergrendelknop
10. Hoekgeleider
11. Plaat tanden
12. Voorpaneel
13. Antislip pads
14. Tandstrip
15. Inbussleutel
16. Geleider hoogte verstelknop
17. Geleider hoogte vergrendelknop
18. Hoogteschaal
19. Boor bithouders
20. Retourveer
21. Aan-/uitschakelaar
22. Stofpoort
Inbegrepen accessoires: 2 x 8 mm diameter boor bits, inbussleutel en stofadapter
Gebruiksdoel
Draagbare deuvelmachine, voor het produceren van boorgaten op consistente afstand
voor het creëren van houtverbindingen
Voor gebruik
Het plaatsen van een boor
WAARSCHUWING: De boor bits zijn erg scherp; draag te allen tijde handschoenen.
1. Draai één van de bit houders (19) tot u toegang heeft tot de stelschroef (Afb. A)
2. Draai de schroeven los met behulp van de inbussleutel (15), inbegrepen bij de
machine
3. Houdt het boorbit zo dat de platte zijde van de schacht uitlijnt met de
stelschroeven
4. Plaats de schacht zover mogelijk in de houder en draai de stelschroeven vast
5. Controleer of het boorbit goed vast zit
6. Herhaal deze stappen met het andere boorbit
Het op 0 stellen van de dieptemeter
Na het plaatsen van de boorbits is het nodig de diepte meter (8) en de 0-indicator
(7) opnieuw in te stellen zodat de diepte verstel geleider de juiste meting weergeeft
(Afb. C)
1. Draai de dieptemeter vergrendelknop (6) genoeg los zodat de dieptemeter vrij kan
bewegen
2. Plaats een stuk afvalmateriaal tegen het voorpaneel (12) en duw de behuizing
(4) voorzichtig voorwaarts tot deze stopt, zodat de snijpunten van de boor bits
evenwijdig aan het oppervlak van het voorpaneel liggen. Houd de machine in deze
positie vast
Let op: De snijpunten liggen mogelijk al erg dicht bij het paneeloppervlak, afhankelijk
van de lengte van de boor bits
3. Beweeg de dieptemeter (8) zo ver mogelijk naar achteren en draai de
vergrendelknop vast terwijl de positie in stap 2 behouden wordt
4. Draai de 0-indicator (7) wat losser zodat de wijzer op de 0-markering staat en
draai de indicator weer vast. De indicator is mogelijk met een schroevendraaier
los te draaien, te verstellen en in plaats te drukken. Tevens kan de stofpoort (22)
behuizing verwijderd worden door de twee kruiskopschroeven los te draaien en
de 0-indicator terug op de juiste plaats te bevestigen
5. Oefen een laatste check uit om er zeker van te zijn dat boor bits evenwijdig aan
het voorpaneel liggen wanneer de 0-indicator de 0-markering van de dieptemeter
aanwijst. Plaats de stofpoort behuizing wanneer nodig terug
Let op: De 0-indicator positie hoeft niet aangepast te worden totdat de boor bits
vervangen worden
Het aansluiten van een stof ontginningssysteem
1. Duw de stof adapter in de stofpoort (22) (Afb. B)
2. Sluit de slang van het opvang systeem aan op de adapter en zorg dat deze goed
vast zit.
LET OP: De adapter kan geheel versteld worden over de 180° boog naar de bediener.
Het instellen van de afschuininghoek
De boorgeleider (1) heeft een 90° bereik met snelle instellingspunten op 22,5°, 45°
en 67,5°.
Voor het installeren van de juiste hoek:
1. Draai de vergrendelknop (9) los
2. Draai de geleider naar de benodigde hoek met behulp van de verstekgeleider (10)
(Afb. D)
3. Draai de blokkeerknop vast zodat de geleider op zijn plaats blijft
LET OP: Controleer of de geleider vast zit voordat u begint met boren. Een losse
geleider kan resulteren in schade aan het werkstuk of aan de deuvelmachine
Let op: De verstekgeleider dient slechts als richtlijn gebruikt te worden. Gebruik hoek
meetinstrumenten om de geleider hoek te controleren
Het gebruiken van het vizier
• De 3 lijnen op het vizier (2) dienen als:
- De centrale lijn van elke boor
- De centrale lijn tussen de 2 boren
• Gebruik deze markeringen voor het uitlijnen van de boor met de markeringen op
het werkstuk
LET OP: De deuvelmachine produceert gaten met een tussenruimte van precies 32
mm, waardoor de machine compatibel is met 'systeem 32' – ideaal voor het creëren
van boorgatrijen met een gelijke tussenruimte
Het aanpassen van de boordiepte
• De diepte verstelgeleider (8) maakt het mogelijk een boordiepte van 0-38 mm
(Afb. F) in te stellen.
• Wanneer boren worden verwisseld of wanneer nieuwe boren worden geplaatst
horen de diepte meter (8) en 0-indicator (7) op nul gesteld te worden. Zie: 'HET OP
0 STELLEN VAN DE DIEPTEMETER'.
• Gebruik de schaal op de meter voor het instellen van de juiste diepte.
1. Draai de dieptemeter vergrendelknop (6) losser zodat de dieptemeter heen en
weer kan glijden.
2. Positioneer de meter zo dat de benodigde diepte (op de schaal) is uitgelijnd met
de centrale wijzer op de 0-indicator (7)
3. Draai de blokkeerknop vast zodat de verstelgeleider in positie blijft. Dit limiteert
de beweging van de machine en daarvoor de boordiepte op de door u ingestelde
maximale waarde
Het aanpassen van de boor hoogte
De tandstrip en het boorgeleider hoogte-verstelmechanismen maken het mogelijk de
boorhoogte te verstellen tussen 9 mm en 43 mm (Afb. G)
1. Draai de boorgeleider hoogte vergrendelschroef (17) los.
2. Roteer de boorgeleider hoogte verstelknop (16) voor het verhogen of verlagen van
de boorgeleider.
3. Lijn de zwarte pijl op het hoogte verstelmechanisme uit met de benodigde hoogte
op de aangrenzende hoogteschaal (18).
4. Draai de hoogte blokkeerschroef vast zodat de boorgeleider op de gestelde hoogte
blijft.
NL
13