Rijden Met De Machine - EMAK Oleo-Mac OM 106 Manual De Uso

Ocultar thumbs Ver también para Oleo-Mac OM 106:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 243
5.4.2 HET MAAIMECHANISME UITSCHAKELEN
} Schakel het maaimechanisme uit door de aan/uit-schakelaar omlaag te duwen.
Als de berijder uit de stoel opstaat, wordt de motor automatisch uitgezet en daarbij ook de rotatie van de maaimessen stilgezet.
Maar u mag nooit het maaimechanisme uitschakelen door gewoon uit de stoel op te staan. Als u niet de sleutel in het contact uit de
stand "ON" in de stand "STOP" draait, blijft een gedeelte van de elektrische installatie onder spanning staan en dat kan leiden tot
beschadiging. Ook blijft de urenteller van de motor ingeschakeld.
5.4.3 DE HOOGTE VAN HET MAAIMECHANISME INSTELLEN VOOR HET MAAIEN
}
Als u het maaimechanisme hoger van de grond wilt afstellen, verplaats dan de hendel voor de hoogteafstelling van het
maaimechanisme naar een hogere stand.
}
Als u het maaimechanisme dichter bij de grond wilt afstellen, verplaats dan de hendel voor de hoogteafstelling van het
maaimechanisme naar een lagere stand.
Stand "1" wordt gebruikt voor het kopiëren van de ongelijkmatigheden van het terrein. Gebruik deze hoogte niet permanent, omdat dit
kan leiden tot meer slijtage van de onderdelen van het maaimechanisme.
Het maaimechanisme is voorzien van vier rijwielen, die bij een ongelijkmatig terrein het frame met het maaimechanisme optillen en zo
de draaiende maaimessen beschermen tegen beschadiging.
5.4.4 AANPASSING VAN DE REGELKRACHT VAN DE HENDEL VOOR HET AANPASSEN VAN DE HOOGTE
HET MAAIMECHANISME
Als verplaatsing van de hendel voor aanpassing van de hoogte van het maaimechanisme tussen verschillende standen
veel fysieke kracht vraagt, kunt u de spanning van de veer van het hendelmechanisme verminderen. De veer bevindt
zich aan de rechterzijde van de machine en de juiste lengte is 93 mm (106) - 110 mm (124), wanneer de hendel voor
aanpassing van de hoogte van het maaimechanisme in stand 1 staat. Draaien met de juiste steeksleutel de moer los
5.4.4
en probeer of de spanning nu goed is.
Als het verschuiven van de hendel te gemakkelijk is, breng dan meer spanning aan op de veer.
5.4.5 HET MAAIMECHANISME UITLIJNEN
Voor de beste maairesultaten moet het maaimechanisme goed verticaal zijn uitgelijnd. De procedure voor de aanpassing wordt
beschreven in hoofdstuk "6.3.7 MAAIMECHANISME - CONTROLEREN EN UITLIJNEN" van deze handleiding.

5.5 RIJDEN MET DE MACHINE

Algemene waarschuwingen voordat u gaat rijden:
} Controleer dat de parkeerrem is uitgeschakeld. De hendel van de parkeerrem mag niet in de uitgetrokken stand blijven – het
indicatielampje brandt (
} De by-passhendel moet in stand "1" staan, d.w.z. de by-pass van de aandrijving moet ingeschakeld zijn.
} Wanneer u rijdt naar een terrein dat u wilt gaan maaien, moet het maaimechanisme uitgeschakeld zijn en in de hoogste
stand staan, d.w.z., de hendel van de hoogte-instelling van het maaimechanisme staat in stand "7".
} Wanneer u over obstakels rijdt die hoger zijn dan 8 cm (trottoirbanden, enz.), moet u rijplanken gebruiken zodat u het
maaimechanisme en de versnellingsbak niet beschadigt.
} Voorkom dat de voorwielen hard stoten tegen massieve obstakels, omdat anders de vooras zou kunnen beschadigen, vooral
wanneer u met hoge snelheid rijdt.
5.5.1 VOORUIT- / ACHTERUITRIJDEN
} Verplaats de gashendel langzaam naar de stand "MIN". Zo brengt u het toerental van de motor omlaag.
} Trap langzaam het rijpedaal in, afhankelijk van de gewenste rijrichting (vooruit of achteruit).
Let op - u loopt het risico u te bezeren als u het pedaal snel intrapt!
-
U kunt de rijrichting alleen wijzigen van vooruit in achteruit nadat u de machine hebt stilgezet. Als u dit doet terwijl de
machine rijdt, bestaat het gevaar dat u de transmissie beschadigt.
-
Gebruik nooit het rijpedaal en het rempedaal tegelijkertijd – dit kan leiden tot storing in de transmissie.
Het systeem is voorzien van een functie automatische ontkoppeling van het maaimechanisme voor achteruitrijden bij een
snelheid van meer dan 0,3 mtr/s (ongev. 1 km/uur).
Bij opzettelijk en gecontroleerd achteruitrijden met het maaimechanisme ingeschakeld, kunt u deze veiligheidsfunctie uitschakelen
door te drukken op de knop R die zich naast het stuur bevindt (
rijrichting van achteruit naar vooruit de ontkoppeling van het maaimechanisme weer geactiveerd.
1
2
4.2). Wanneer u op de parkeerrem trapt, wordt de parkeerrem automatisch uitgeschakeld.
3
4
5
4.2 (5)). Dan wordt met iedere daaropvolgende verandering in de
222
6
7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Oleo-mac om 124Efco ef 106Efco ef 124

Tabla de contenido