Gebruiksaanwijzing gazontractoren
Optionele functies:
– Als de ontsteking wordt
ingeschakeld, wordt kort de
accuspanning weergegeven.
Vervolgens wordt het aantal
bedrijfsuren weergegeven.
Bedrijfsuren worden altijd geteld,
behalve wanneer de contact-
sleutel op „Stop" staat of uit het
contact is getrokken.
– Elke 50 bedrijfsuren (afhankelijk
van de uitvoering) wordt
5 minuten lang in het display een
indicatie voor het verversen van
de olie „CHG/OIL" weergegeven.
Deze melding wordt de volgende
2 bedrijfsuren weergegeven.
Zie het motorhandboek voor
intervallen voor het verversen
van de olie.
Stoel
(afhankelijk van model)
Afb. 18
a) Trek aan de hendel en stel
de stoel in.
of
b) Verstelschroef losdraaien, stoel
instellen en verstelschroef weer
vastdraaien.
Peilindicatie voor grasvan-
ger (afhankelijk van model)
Afb. 19
De niveausensor meet tijdens het
maaien hoe vol de grasvanger is.
Als de grasvanger vol is, klinkt het
geluidssignaal en moet de gras-
vanger worden leeggemaakt.
Schakelaar voor vangmand-
hefvoorziening (afhankelijk
van model)
Afb. 20
De schakelaar (A) dient voor
het elektromechanisch openen
en sluiten van de grasvanger.
Bediening – zie aparte bedienings-
handleiding „Grasvanger".
Licht (afhankelijk van model)
Afb. 21
Koplamp inschakelen = schakelaar
op „ON".
Sommige modellen hebben geen
lichtschakelaar.
De koplampen branden zolang
de motor loopt of de contactsleutel
in stand
wordt gezet (afhanke-
lijk van het model).
Indicatie tankinhoud
(afhankelijk van model)
Afb. 22
Geeft in het kijkvenster het peil van
de brandstoftank aan.
Hendel voor ontgrendeling
van opvangmand
(afhankelijk van model)
Afb. 23
De hendel dient voor het losmaken
en verwijderen van de grasvang-
voorziening.
Bediening – zie aparte bedienings-
handleiding „Grasvanger".
Dashboardvak
(afhankelijk van model)
Afb. 24
Dient als opbergbak en is afhanke-
lijk van de uitvoering uitgerust
met een stopcontact van 12 V.
Hendel voor reiniging
van de uitwerpschacht
(afhankelijk van model)
Afb. 25
Maaien van te hoog of nat gras kan
leiden tot een overmatige ophoping
of verstopping van gras in de
uitwerpschacht. Dit leidt ertoe
dat de grasvangvoorziening niet
voldoende of niet meer wordt
gevuld. De verstopping in de uit-
werpschacht bij lopend maaiwerk
en gemonteerde grasvangvoorzie-
ning als volgt verhelpen:
Machine stoppen en vastzetrem
vergrendelen.
Maaiwerk in de bovenste
stand zetten.
Aan hendel trekken om
verstopping los te maken.
Afhankelijk van de verstoppings-
graad moet de hendel onder
bepaalde omstandigheden
meermaals worden bediend.
Hendel weer omlaag duwen.
Beweeg het maaimechanisme
omlaag.
Maaien voortzetten.
Bediening
Neem ook de aanwijzingen
in de gebruiksaanwijzing van
de motor in acht.
Gevaar
!
Verwondingsgevaar
Personen, kinderen of dieren
mogen zich bij het maaien nooit in
de buurt van de machine bevinden.
Ze kunnen gewond raken door
naar buiten geslingerde stenen
en dergelijke. Kinderen mogen
de machine nooit bedienen.
Wees bijzonder voorzichtig bij
achteruit maaien (machines met
OCR-schakelaar). Er mogen zich
geen personen in de buurt van de
machine bevinden. Maak de gras-
vanger nooit leeg wanneer het
maaimechanisme loopt.
Maak de grasbak nooit leeg als het
maaimechanisme in beweging is.
Bij het maaien op steile hellingen
kan de machine kantelen en u kunt
gewond raken. Rijd nooit dwars
op een helling, maar altijd omhoog
en omlaag. Rijd alleen op aflopend
terrein met een hellingspercentage
van maximaal 20%. Keer niet op
een helling. Bij het maaien van
vochtig gras kan de machine door
verminderde grip op de ondergrond
slippen en u kunt vallen.
Maai alleen wanneer het gras
droog is.
Te hoge snelheid kan het gevaar
voor ongevallen verhogen.
Houd voldoende afstand bij het
maaien langs randen, bijvoorbeeld
in de buurt van steile hellingen,
onder bomen of langs struiken
en heggen. Weer bijzonder voor-
zichtig wanneer u achteruit rijdt.
Controleer het terrein waar u de
machine gebruikt en verwijder alle
voorwerpen die meegenomen
en weggeslingerd kunnen worden.
Als het maaigereedschap een
voorwerp (bijvoorbeeldeen steen)
raakt of als de machine ongewoon
begint te trillen: Zet de motor uit.
Machine vóór verder gebruik door
een gespecialiseerde werkplaats
op schade laten onderzoeken.
Nederlands
45