de startpositie, en start de behandeling
door nogmaals op de knop START te
drukken.
5.6.3 Geïsoleerde elevatie
(flexie)
1. Stel eerst een exorotatie van 90° in, en
deactiveer motor B als volgt:
a. Druk op de knop MENU van de
afstandsbediening, om naar niveau 1
(M1) te gaan.
b. Druk op de parameterknop Exoro-
tatie
behulp van de knoppen + / – in de
gewenste rotatiepositie van 90°.
Opmerking!
– Voor de zuivere elevatie moet u
motor B voor de rotatie uitschakelen
zoals beschreven onder de volgende
punten c tot e.
– Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze, snel-
heid et cetera, programmeren.
c. Druk meermalen op de knop MENU
van de afstandsbediening, om naar
niveau 3 (M3) te gaan.
d. Druk op de parameterknop Motor B
aan / uit
activeren.
e. Deactiveer motor B, door nogmaals
op de parameterknop Motor B aan
/ uit of de knop „–" te drukken. Het
haakje in de cirkel naast het symbool
moet nu weg zijn.
f. U slaat de verrichte instellingen op
door op de knop STOP te drukken.
2. Realiseer nu als volgt de mechanische
instellingen voor de individuele pa tiën-
ten maten.
a. Stel de ante-/retroflexie
hulp van de vergrendelknop (12) in
op 90°.
b. Borg en houd het bewegingselement
vast bij de bevestigingsbuis voor de
lengte-instelling, en draai de klem-
bout (14) voor de hoogte-instelling
Œ
. los. Stel nu de hoogte zo in, dat
de draaipunten van motor A en de
schouder overeenstemmen.
06_MOT-321-NL-REV-06-02-2014_DV.indd 251
en breng de slede met
, om de parameter te
†
met be-
c. Open nu de klemhendel (18) voor
instelling van de bovenarmlengte
de klembout (20) voor instelling van
de ellebooghoek
(28) voor instelling van de hoek van de
onderarmsteun, en breng het bewe-
gingselement in een voor de patiënt
aangename en voor de behandeling
gewenste po si tie. Sluit nu de afzon-
derlijke bevestigingen weer.
d. Open de klemhendel (26), stel de on-
ì
derarmlengte
maat, en sluit de klemhendel weer.
3. Programmeer nu als volgt de gewenste
bewegingsuitslag van de elevatie.
a. Druk op de knop MENU van de af-
standsbediening, om naar niveau
1 (M1) te gaan.
b. Stel vervolgens de gewenste bewe-
gingsuitslag voor de ad-/abductie
in, door eerst op de parameterknop
Adductie
waarden in te stellen met behulp van
de knoppen+/-.
c. Op gelijke wijze stelt u de Abductie in
.
Opmerking!
– Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaoptieszoals pauze, snel-
heid et cetera, programmeren.
4. Sla de gerealiseerde instellingen op
met behulp van de knop STOP, breng
de slede met behulp van de knop
START in de startpositie, en start de
behandeling door nogmaals op de
knop START te drukken.
251
Å
,
è
en de klembout
in op de patiënten-
te drukken, en de
18.03.14 13:15