60
18
MONTAGE VAN DE BABYSCHAAL MET
AUTOGORDEL
Montage
• Plaats de babyschaal tegen de rijrichting in op de zitplaats van de auto.
• Overtuig u ervan dat de draagbeugel is vastgeklikt in voertuigpositie A.
• Zorg ervoor dat de montagemarkering 15 van de waarschuwingssticker
opzij van het stoeltje parallel aan de vloer van de auto ligt.
• Trek de voertuiggordel uit en dan over de babyschaal.
• Leg de heupgordel 16 in de groene gordelgeleiders aan beide zijkanten
van de babyschaal.
• Klik het sluitingselement 17 in de sluiting van de veiligheidsgordel 18.
• Trek de heupgordel 16 strak door in rijrichting aan de diagonale veilig-
heidsgordel 19 te trekken.
• Trek de diagonale gordel 19 achter het hoofdeinde van de babyschaal.
OPMERKING! De veiligheidsgordel mag daarbij niet verdraaien.
• Trek de diagonale gordel 19 door de achterste groene gordelgeleider.
• Trek de diagonale veiligheidsgordel 19 strak.
WAARSCHUWING! De diagonale veiligheidsgordel 19 moet door de
groene gordelgeleider op de achterkant worden geleid.
OPMERKING! De babyschaal kan op alle plaatsen met een automatische
driepunts-veiligheidsordel worden gebruikt. In principe adviseren wij, het
stoeltje achter in de auto te gebruiken. Voorin zijn de risico's voor uw kind
bij een ongeluk meestal groter.
WAARSCHUWING! Het stoeltje is niet geschikt voor gebruik met een
tweepunts- of heupgordel. Als het stoeltje wordt vastgemaakt met
een tweepuntsgordel, dan kan het kind bij een ongeval ernstig of zelfs
dodelijk verwond raken.