Eerste inbedrijfstelling
1.
Vul de Servitec via het installatiesysteem.
–
Na openen van de kogelkleppen "DC" wordt de vacuüm-sproeibuis
automatisch gevuld, indien er een voldoende hoeveelheid water
wordt toegevoerd via het installatiesysteem.
2.
Optioneel
–
Vul de Servitec met water m.b.v. de vul- en aftapkraan (3).
–
Sluit een slang aan op de vul- en aftapkraan (3) van het vacuüm-
sproeibuis "VT".
3.
Vul de vacuüm-sproeibuis met water.
–
De lucht ontsnapt via de ontluchtingsklep (2) en de waterdruk kan
worden afgelezen op de vacuümmeter (1).
Ontlucht de pomp:
4.
Draai de ontluchtingsschroef (1) los totdat lucht en/of een water/lucht-
mengsel uitstroomt.
5.
Draai zo nodig de pomp met een schroevendraaier op het ventilatorwiel
van de pompmotor.
PA S OP – kans op letsel door startende pompen! Handletsel door
startende pomp. Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor
op het ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET – schade aan het apparaat. Materiële schade aan de pomp door
een startende pomp. Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de
pompmotor op het ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
–
Het water/lucht-mengsel wordt uit de pomp verwijderd.
6.
Draai de ontluchtingsschroef weer aan tot alleen water uitstroomt.
7.
Sluit de vul- en aftapkraan.
Het vullen en ontluchten is nu voltooid.
Opmerking!
De pomp "PU" mag niet ingeschakeld zijn terwijl de Servitec wordt
gevuld met water.
Opmerking!
De ontluchtingsschroef niet volledig eruit draaien. Wacht tot luchtvrij
water uitstroomt. De ontluchting moet worden herhaald tot de pomp
"PU" volledig ontlucht is.
7.6
Vacuümtest
Voer de vacuümtest uit, zodat de werking van de Servitec gewaarborgd is.
1
Sluit de kogelklep (1) met de vuilvanger op de toevoerleiding "DC" naar de
sproeibuis. De tweede kogelklep (2) in de toevoerleiding vanuit pomp "DC"
naar de installatie blijft geopend.
72 — Nederlands
2
3
4
5
6
7.7
In installatie met een watercapaciteit < 3000 liter en een drukbehoud met
membraan-drukexpansievaten kan de Servitec worden gebruikt om ontgast
water te vullen. Hierdoor wordt het zuurstofgehalte en het gehalte aan vrije
gassen na de ingebruikname gereduceerd.
Schakel de besturingseenheid op de volgende bedrijfsmodi:
•
•
De besturing berekent de noodzakelijke vuldruk. Zodra deze waarde bereikt is,
wordt de vulprocedure automatisch gestopt. Bij overschrijden van de maximale
vultijd (standaard: 10 uur) wordt de bijvulling onderbroken en een foutmelding
weergegeven. Nadat de oorzaak gevonden is, kunt u met de knop "Quit" op het
bedieningspaneel de foutmelding bevestigen en de vulprocedure voortzetten,
zie hoofdstuk 8.2.4 "Meldingen" op pagina 76. Na het vullen dient u de installati e
te ontluchten om de circulatie door het gehele systeem te garanderen.
Vacuüm – sproei-ontgassing — 24.04.2020 - Rev. A
Activeer de handbedieningsmodus van de besturingseenheid en bouw een
vacuüm op.
•
Druk op de knop "Manual" op het bedieningspaneel van de
besturingseenheid.
•
Selecteer m.b.v. de wisselknop "Terug" op het bedieningspaneel de
systeemontgassing "SE".
–
Na een vertragingsinterval van 50 seconden begint de pomp te
draaien.
Zodra de pomp 10 seconden draait de systeemontgassing "SE"
uitschakelen door op de wisselknop "Terug" te drukken.
•
Noteer de onderdruk die op de vacuümmeter wordt weergegeven.
Observeer de vacuümmeter "PI" (1) gedurende ca. 10 minuten. De druk
mag niet schommelen. Als de druk stijgt, dient u de Servitec op dichtheid
te controleren.
•
Alle schroefkoppelingen op de vacuüm-sproeibuis "VT" op dichtheid
controleren.
•
Controleer de ontluchtingsschroef van pomp "PU" op dichtheid.
•
Controleer de ontgassingsklep "DV" van de vacuüm-sproeibuis "VT"
op dichtheid.
Opmerking!
Herhaal de stappen 2 t/m 4 zolang, tot geen verdere drukstijging te
observeren is.
Nadat de vacuümtest succesvol afgerond is kunt u de kogelklep met de
vuilvanger openen.
Als op het display van de besturingseenheid de foutmelding "Watertekort"
verschijnt, dient u deze foutmelding met de knop "Quit" te bevestigen.
De vacuümtest is afgesloten.
Opmerking!
De te bereiken onderdruk komt overeen met de verzadigingsdruk bij de
aanwezige watertemperatuur.
•
Bij 10 °C kan een onderdruk van ca. -1 bar worden bereikt.
I nstallatiesysteem via het apparaat met water vullen
De automatische bijvulling "Magcontrol", zie hoofdstuk 8.2.1
"Gebruikersmenu" op pagina 75.
Handbediening, zie hoofdstuk 8.1.2 "Handbediening" op pagina 75.
–
Ontgassingsmodus bijvulontgassing "NE".
Opmerking!
Observeer de installatie tijdens de automatische vulprocedure.
Opmerking!
Het vullen van de installatie met water is niet inbegrepen in de
leveringsomvang van de Reflex – klantenservice.