Ontgassing van het bijvulwater
Deze wordt automatisch geactiveerd voor elke
bijvulprocedure gedurende de permanente
ontgassing of de intervalontgassing. Voorwaarde is
dat de juiste instelling gekozen is in het
gebruikersmenu.
De 2-weg-motorkogelkleppen schakelen de
volumestroom om van installatie- naar bijvulwater.
De procedures komen overeen met de permanente
ontgassing. De bijvulontgassing kan worden
geactiveerd in het gebruikersmenu als geen
ontgassing van het installatiewater zal worden
uitgevoerd of als de installatie – met uitgeschakelde
circulatiepompen – op zomerbediening gezet is.
Activering/instelling:
–
Automatische activering bij elke
bijvulprocedure.
–
Activering via het gebruikersmenu.
–
Ontgassingsduur = bijvulduur.
8.1.2
Ha ndbediening
De handmatige modus (handbediening) dient voor testdoeleinden en
onderhoudswerkzaamheden.
Druk op de besturingseenheid op de knop "Manual" om de handmatige modus
te selecteren. De LED "Auto" op het bedieningspaneel knippert als een visueel
signaal voor de handbediening. In de handbedieningsmodus worden de
bijvulontgassing "NE" en de systeemontgassing "SE" in- of uitgeschakeld.
S y steemontgassing "SE" van het installatiewater
De stappen van de systeemontgassing komen overeen met die van de
permanente ontgassing in de automatische bedrijfsmodus. Het enige verschil is
dat de ontgassingsduur
niet automatisch wordt beperkt. Deze instelling is noodzakelijk voor de
vacuümtest tijdens de eerste ingebruikname (zie hoofdstuk 7.6 "Vacuümtest" op
pagina 72)) en voor testcycli i.v.m. onderhoudswerkzaamheden (zie
hoofdstuk 9.3 "Controle van systeemontgassing / bijvulontgassing" op
pagina 79)).
Bijvulontgassing "NE" van het vul- en bijvulwater
De ontgassing van het bijvulwater is noodzakelijk voor testcycli i.v.m.
onderhoudswerkzaamheden (zie hoofdstuk 9.3 "Controle van
systeemontgassing / bijvulontgassing" op pagina 79) en in de modus
"Magcontrol" voor het vullen van installatiesystemen met water.
•
Knoppen "Wisseling vooruit / terug"
–
Selectie van "NE" of "SE".
•
Knop "Auto"
–
Terugkeren naar automatische
bedrijfsmodus.
8.1.3
S topmodus
De stopmodus dient voor de inbedrijfstelling van de Servitec.
Druk op de besturingseenheid op de knop "Stop". De LED "Auto" op het
bedieningspaneel dooft.
In de stopmodus is de Servitec buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats. De pomp "PU" is
uitgeschakeld. Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd. Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij
storingscontact?" op "Ja" gezet is, wordt de melding via het
verzamelstoringscontact uitgegeven.
8.1.4
Zomerbediening
Als de circulatiepompen van de installatie in de zomer buiten bedrijf worden
gesteld, kan de ontgassing van het netinhoudwater niet worden gegarandeerd,
omdat er geen gasrijk water in de Servitec komt. In dit geval kan via het
gebruikersmenu het ontgassingsprogramma op bijvulontgassing ingesteld
worden om energie te besparen. Als de Servitec in de zomer in de bedrijfsmodus
bijvulontgassing wordt gebruikt, moet er na het inschakelen van de
circulatiepompen weer op intervalontgassing of op permanente ontgassing
worden overgeschakeld.
Instelling via het gebruikersmenu, zie hoofdstuk 8.2.1 "Gebruikersmenu" op
pagina 75.
Ke uze uit 3 ontgassingsprogramma's.
•
Permanente ontgassing
Bijvulontgassing
2.5 bar
NE▼*
SE▲*
010 u
*
Knipperende modus
"NE▼" of "SE▲" is
actief
Ontgass. programma
Bijvulontgassing
Vacuüm – sproei-ontgassing — 24.04.2020 - Rev. A
–
Tijdens de eerste inbedrijfstelling en
reparaties.
•
Intervalontgassing
–
Voor continu gebruik (tijdgestuurd).
•
Bijvulontgassing
–
Alleen voor het bijvulwater. De
installatie wordt niet ontgast.
Opmerking!
Gedetailleerde beschrijving van de selectie van
ontgassingsprogramma's, zie hoofdstuk 9.3 "Controle van
systeemontgassing / bijvulontgassing" op pagina 79.
8.1.5
He ringebruikname
VOORZICHTIG
Ka ns op letsel door startende pomp
Bij het starten van de pomp kunnen zich verwondingen aan de hand voordoen
wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel
aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET
Be schadiging van het apparaat door startende pomp
Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de
pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
Na een langere stilstandperiode (apparaat losgekoppeld van de voeding of in de
stopmodus) kan het gebeuren dat de pomp "PU" vastzit. Draai daarom vóór de
ingebruikname van de pomp met een schroevendraaier op het ventilatorwiel
van de pompmotor.
Opmerking!
Een vastzitten van de pomp "PU" tijdens de werking kan worden
voorkomen door gebruik te maken door de geforceerde opstartfunctie
(na 24 uur).
8.2
Besturingseenheid
8.2.1
Ge bruikersmenu
Via het gebruikersmenu wordt de besturingseenheid van het apparaat ingesteld
tijdens de eerste inbedrijfstelling. Tijdens de werking kunnen dan
installatiespecifieke waarden opnieuw worden gecorrigeerd of opgevraagd, zie
hoofdstuk 8.2.1 "Gebruikersmenu" op pagina 75.
8.2.2
S e rvicemenu
Dit menu is beveiligd met een wachtwoord. De toegang is alleen mogelijk voor
de Reflex klantenservice. Een gedeeltelijke samenvatting van de in het
servicemenu opgeslagen instellingen is te vinden in het hoofdstuk
"Standaardinstellingen", zie hoofdstuk 8.2.3 "Standaardinstellingen" op
pagina 75.
8.2.3
S tandaardinstellingen
De besturing van de Servitec wordt geleverd met de volgende
standaardinstellingen. De waarden kunnen via het gebruikersmenu worden
aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. In bijzondere gevallen is een
verdere aanpassing mogelijk in het servicemenu.
Ge bruikersmenu
Pa rameter
Ins telling
Taal
NL
Tijd
Datum
Servitec
Magcontrol
Minimale werkdruk p0
1,5 bar
Veiligheidsklep druk
3,0 bar
Ontgassing
Permanente
Ontgassingsprogramma
ontgassing
Werking
Opmerking
Taal van de menusturing
Voor installaties met
membraan-drukexpansievat
Alleen Magcontrol
Aanspreekdruk van de
veiligheidsklep in de boiler van
de installatie
Nederlands — 75