9. Sturing van een
pneumatische pomp
Uitsluitend aan centrale smeerinstallaties
voor vetsoorten van de NLGI-klassen
00 en 000!
De pneumatische pomp wordt gestuurd door middel
van een 3/2-wegventiel, dat tijdens de spertijd de
pomp van druk bevrijdt. Voor 3/2-wegventielen en
andere accessoires verwijzen wij naar de Vogel
catalogus 1-9420.
9.1
Werking zonder elektronische
systeembewaking
Systeemstoringen worden noch
automatisch onderscheiden noch
automatisch weergegeven. De bewaking
is uitgeschakeld.
COP = OFF (zie hoofdstuk 7.3)
9.2
Werking met elektronische
systeembewaking
De drukschakelaar dient zoveel mogelijk achter
de laatste verdeler in de hoofdleiding gemonteerd
te worden. De drukschakelaar bewaakt tijdens de
CONTACT-tijd de drukopbouw in het systeem.
De bwaking is geactiveerd. COP = PS (in de fabriek
doorgevoerde instelling) zie hoofdstuk 7.3.
4
7
6
Aansluiting pneumatische pomp PEF 90 met
systeembewaking (afbeelding 9)
Pagina 28
Algemene gebruiksaanwijzing Universeel besturingsapparaat IG502-E
3
2
5
2
8
M
31
PS/CS
9
2
1 Besturingsapparaat IG502-E
2 2/3-wegventiel
3 Luchteenheid
4 Pneumatische pomp, bijvoorbeeld PEF 90
5 Luchtleiding
6 Smeerleiding
7 Verdeler
8 Drukschakelaar
9 Frictiepunten
Inhoud
Hoofdstuk
9
1
31
15
15
F
+
-
Bordnet