Briggs & Stratton 140000 Manual Del Operador página 76

Ocultar thumbs Ver también para 140000:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 39
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op correcte wijze worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer- of
recyclingbedrijven.
Olie verwijderen
Raadpleeg afbeelding: 11, 12, 13, 14
1.
Maak bij een uitgeschakelde, maar warme motor de bougiekabel(s) (D, afbeelding
11) los en houd deze uit de buurt van de bougie(s) (E).
2.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 12).
3.
Verwijder de olieaftapplug (F, afbeelding 13). Laat de olie in een goedgekeurde bak
stromen.
OPMERKING: In de motor kan een van de olieaftappluggen (G, afbeelding 13) zijn
geïnstalleerd.
4.
Plaats, nadat de olie is afgetapt, de olieaftapplug (F, afbeelding 13) en zet deze
vast.
5.
Als u de olie aftapt via de bovenste olievulbuis (C, afbeelding 14), houd dan de
motor omhoog aan de kant waar de bougie (E) zich bevindt. Laat de olie in een
goedgekeurde bak stromen.
WAARSCHUWING 
Wanneer u de olie aftapt uit de olievulbuis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn.
Als deze niet leeg is, kan er brandstoflekkage optreden wat brand of een explosie tot
gevolg kan hebben. Laat de motor draaien totdat de brandstoftank leeg is.
Oliefilter vervangen, indien aanwezig
Raadpleeg afbeelding: 12
1.
Tap de olie af. Raadpleeg het hoofdstuk Olie verwijderen.
2.
Verwijder het oliefilter (H, afbeelding 12) en voer het op correcte wijze af.
3.
Smeer de oliefilterpakking lichtjes met schone olie in voordat u het nieuwe oliefilter
plaatst.
4.
Installeer het oliefilter met de hand totdat de pakking contact maakt met de
oliefilteradapter en draai het oliefilter dan een 1/2 of 3/4 slag vast.
5.
Vul olie bij. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
6.
Starten en bedienen van de motor. Controleer op olielekkages wanneer de motor
warm is.
7.
Stop de motor. Zorg ervoor dat het oliepeil bovenaan bij de indicator op vol staat (B,
afbeelding 12) op de peilstok staat.
Olie bijvullen
Raadpleeg afbeelding: 11, 12
• Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
• Verwijder eventueel vuil rondom de olievulplaats.
• Raadpleeg hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 12) en veeg deze met een schone doek af.
2.
Giet de olie langzaam in de olietank van de motor (C, afbeelding 12). Niet te vol
gieten. Wacht na het vullen van de olie één minuut en controleer het oliepeil dan
weer.
3.
Zet de peilstok terug en zet deze vast (A, afbeelding 12).
4.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het oliepeil is correct als het bovenaan
bij de indicator voor vol (B, afbeelding 12) op de peilstok staat. 
5.
Zet de peilstok terug en zet deze vast (A, afbeelding 12).
6.
Sluit de bougiekabel(s) (D, afbeelding 11) aan op de bougie(s) (E).
Onderhoud aan het luchtfilter
WAARSCHUWING 
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
• De motor niet starten en gebruiken als de luchtreiniger (indien aanwezig) of het
luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST 
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan beschadiging aan het
filter tot gevolg hebben en oplosmiddelen lossen het filter op.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
Verschillende modellen gebruiken een schuim of een papieren filter. Sommige modellen
kunnen ook uitgerust zijn met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en
opnieuw gebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw
motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
76
Schuim luchtfilter
Raadpleeg afbeelding: 15
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 15) waarmee de afdekking is bevestigd los
of verwijder deze, indien aanwezig.
2.
Open het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 15).
3.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het schuimelement (C, afbeelding
15) voorzichtig uit de luchtfilterbasis te halen.
4.
Reinig het schuimelement (C, afbeelding 15) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Druk het schuimelement met uw handen samen in een schone
doek tot het droog is.
5.
Doordrenk het schuimelement (C, afbeelding 15) met schone motorolie. Verwijder
overtollige motorolie door het schuimelement met uw handen samen te drukken in
een schone doek.
6.
Installeer het schuimelement (C, afbeelding 15) op de luchtfilterbasis.
7.
Sluit of installeer het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 15) en zet het vast met de
bevestiging(en). Zorg ervoor dat de bevestiging(en) goed vast zitten.
Papieren luchtfilter
Raadpleeg afbeelding: 16
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 16) los of verwijder deze, indien aanwezig.
2.
Open het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 16).
3.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het voorfilter (D, afbeelding 16) en
het filter (C) voorzichtig van de luchtfilterbasis te halen.
4.
Verwijder het voorfilter (D, afbeelding 16), indien aanwezig, uit het filter (C).
5.
Tik het luchtfilter (C, afbeelding 16) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil
los te maken. Als het filter erg vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
6.
Reinig het voorfilter (D, afbeelding 16), indien aanwezig, in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Breng geen olie
aan op het voorfilter.
7.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeelding 16), indien aanwezig, op het filter (C).
8.
Plaats het filter (C, Afbeelding 16) en het voorfilter (D) in de houder van het
luchtfilter. Zorg dat het filter stevig op de houder voor het luchtfilter is geplaatst.
9.
Plaats het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 16) en zet het vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud brandstofsysteem
WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
• Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en andere
ontstekingsbronnen.
• Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
• Wanneer u het brandstoffilter reinigt of vervangt, moet u eerst de brandstoftank
aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten.
• Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor start.
• Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan, en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als, de originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen schade of
letsel tot gevolg hebben.
Brandstoffilter, indien aanwezig
Raadpleeg afbeelding: 17
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, afbeelding 17) gaat reinigen of vervangen,
moet u eerst de brandstoftank aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten. Als de
brandstoftank niet wordt afgetapt, kan er brandstof lekken en kan dit brand of een
explosie veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, afbeelding 17) op de klemmen (C) met behulp van een
tang en schuif de klemmen daarna weg van het brandstoffilter (A). Trek de
brandstofleidingen (D) draaiend van de brandstoffilter af.
3.
Controleer de brandstofleidingen (D, afbeelding 17) op barsten of lekkage. Vervang
indien nodig.
4.
Vervang het brandstoffilter (A, afbeelding 17) door een origineel vervangingsfilter.
5.
Bevestig de brandstofleidingen (D, afbeelding 17) met klemmen (C) zoals
afgebeeld.
BRIGGSandSTRATTON.COM

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido