Brandstof Bijvullen - Briggs & Stratton 140000 Manual Del Operador

Ocultar thumbs Ver también para 140000:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 39
Brandstofniveau -
Maximum
Voeg niet te veel brandstof
toe
Bediening
Aanbevolen olie
Oliecapaciteit: Zie de rubriek Specificaties.
OPGEPAST 
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie op transport gezet.
Machinefabrikanten of dealers kunnen olie aan de motor hebben toegevoegd.
Controleer voordat u de motor voor het eerst start of de olie op het juiste peil is. Vul olie
bij volgens de instructies in deze handleiding. Als u de motor start zonder olie, zal er
schade ontstaan en wordt de motor niet onder garantie gerepareerd.
We adviseren voor de beste prestaties het gebruik van door Briggs & Stratton® garantie
gecertificeerde soorten olie. Andere hoogwaardige soorten reinigingsolie zijn
toegestaan, mits deze geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen
speciale additieven.
Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit voor het verwachte bereik van
de buitentemperatuur. Motoren op tuinmachines functioneren goed met 5W-30
Synthetische olie. Voor machines die bij hoge temperaturen gebruikt worden, geeft
Vanguard® 15W-50 Synthetische olie de beste bescherming.
A
SAE 30 - Onder 40 °F (4 °C) leidt het gebruik van SAE 30 tot problemen bij
het starten.
B
10W-30 - Boven 80 °F (27 °C) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een
hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil regelmatig.
C
5W-30
D
Synthetisch 5W-30
E
®
Vanguard
 Synthetisch 15W-50
Oliepeil controleren en olie bijvullen
Raadpleeg afbeelding: 5
Voordat u olie controleert of bijvult
• Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
• Verwijder vuil rondom het olievulgebied.
• Raadpleeg hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
OPGEPAST 
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie op transport gezet.
Machinefabrikanten of dealers kunnen olie aan de motor hebben toegevoegd.
Controleer voordat u de motor voor het eerst start of de olie op het juiste peil is. Vul olie
bij volgens de instructies in deze handleiding. Als u de motor start zonder olie, zal er
schade ontstaan en wordt de motor niet onder garantie gerepareerd.
Oliepeil controleren
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 5) en maak deze met een doek schoon.
2.
Zet de peilstok terug en zet deze vast (A, afbeelding 5).
3.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Zorg ervoor dat het oliepeil bovenaan
bij de indicator voor vol staat (B, afbeelding 5) op de peilstok staat.
Olie bijvullen
1.
Als het oliepeil laag is vult u langzaam olie bij via de olievulopening (C, afbeelding
5). U mag niet te veel olie bijvullen. Wacht nadat u olie hebt bijgevuld één minuut
en controleer het oliepeil dan nogmaals. Zorg ervoor dat het oliepeil correct is.
2.
Zet de peilstok terug en zet deze vast (A, afbeelding 5).
Oliepeilcontrolesysteem (indien aanwezig)
Op sommige motoren is een sensor voor laag oliepeil geïnstalleerd. Als het oliepeil laag
is, activeert de sensor een waarschuwingslampje of stopt het de motor. Stop de motor
en voer deze stappen uit voordat u de motor start.
• Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
• Voer een controle van de olie uit. Raadpleeg het hoofdstuk Oliepeil controleren.
• Als het oliepeil laag is, moet u de correcte hoeveelheid olie bijvullen. Start de motor
en controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet aan gaat.
• Als het oliepeil niet laag is, start de motor niet. Raadpleeg een erkende Briggs &
Stratton-dealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes.
Aanbevolen brandstof
Brandstof moet aan de volgende vereisten voldoen:
• Schone, verse, loodvrije benzine.
• Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogte.
• Benzine met tot 10% ethanol (gasohol) is toegestaan.
OPGEPAST 
Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E15 en E85. Meng geen olie in de
benzine en pas de motor niet aan voor gebruik op alternatieve brandstoffen. Gebruik
van niet-goedgekeurde brandstoffen kan beschadiging van motoronderdelen tot gevolg
hebben, die niet onder de garantie worden gerepareerd.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen
gomvorming te beschermen. Raadpleeg het hoofdstuk Opslag. Niet alle brandstoffen
zijn gelijk. Verander bij start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor
is gecertificeerd om op benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor gecarbureerde
motoren is EM (motorwijzigingen). Het emissieregelsysteem voor motoren met
elektronische brandstofinjectie zijn ECM (motorbesturingsmodule), MPI (multi-poort
injectie), en indien uitgerust een O2S (zuurstofsensor).
Grote hoogte
Bij hoogten boven 5.000 voet (1.524 meter) is benzine met een minimum van
85 octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan.
Voor machines met carburator is afstelling voor werken op grote hoogte noodzakelijk
om een goede werking te behouden. Werking zonder deze aanpassing zal leiden
tot verminderde prestaties, verhoogd brandstofverbruik en verhoogde emissies.
Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton servicedealer voor instructies over de
afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan
2.500 voet (762 meter) met de afstelling voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Bij motoren met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is afstelling voor grote hoogten
niet nodig.

Brandstof bijvullen

Raadpleeg afbeelding: 6
WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Wanneer u brandstof bijvult
• Stop de motor. Wacht minimaal twee (2) minuten voordat u de brandstofvuldop
verwijdert om er zeker van te zijn dat de motor is afgekoeld.
• Vul de brandstoftank in de buitenlucht of in een gebied met een goede luchtstroming.
• Doe niet te veel brandstof in de tank. Vul de brandstoftank niet voorbij de onderkant
van de vulhals omdat de brandstof uitzet.
• Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en andere
ontstekingsbronnen.
• Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
• Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor start.
1.
Reinig het gebied rond het tankgebied. Verwijder de tankdop.
2.
Vul de brandstoftank (A, afbeelding 6) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek (B) omdat de brandstof zal uitzetten.
3.
Draai de tankdop vast.
73

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido