Aansluitschema
Montage
voor de as
Bovenaanzicht
B
A
Montage
achter de as
Bovenaanzicht
A
B
Aansluiting van de tractiemotoren
De motorkabels moeten zo gelegd worden, dat afbreken of
beschadigen van de kabels niet mogelijk is.
De motorkabel van de verder van de besturing verwijderde
tractiemotor inkorten. De motorkabel van de dichterbij gele-
gen tractiemotor op dezelfde lengte inkorten. Voor een uni-
form rijvermogen van de Mover® dienen de beide motorkabels
van de tractiemotoren even lang zijn! Overtollige kabel moet
zonder lussen in golflijnen worden gelegd.
De motorkabels van de tractiemotor op de meegeleverde
platte stekkers klemmen. Klep van de aansluitstrip van de be-
sturing door erop te drukken ontgrendelen en kabels conform
aansluitschema erop klemmen (rood = plus, zwart = min).
Let op een zorgvuldige aansluiting!
48
Tractie-
Tractie-
motor
motor
Accu
–
+
4
3
2
+
–
+
A
-
+
Tractie-
Tractie-
motor
motor
Accu
–
+
4
3
2
–
+
–
B
-
+
Aansluiting van de accu
Batterijen met vloeibaar elektrolyt moeten in een afzonder-
lijke box met een ventilatie naar buiten opgesteld worden. De
zekering in de plusleiding moet buiten de box aangesloten
worden. Een afzonderlijke box is bij gel- en AGM-batterijen
niet nodig. De installatievoorschriften van de batterijfabrikant
in acht nemen.
1
De aansluitingen op de polen moeten tot na de zekering in de
plusleiding ruimtelijk gescheiden gelegd worden.
–
B
De accu-aansluitkabel (enkel de tot de omvang van de leve-
ring behorende, originele kabels van Truma gebruiken) naar
de besturing aanleggen en met de meegeleverde klemmen en
schroevengoed vastzetten.
1
De aansluitkabels van de accu mogen niet worden ver-
lengd. Deze moeten apart van de motorkabels worden
gelegd en mogen niet over de besturing lopen.
+
De aansluitkabels van de accu zodanig aanleggen dat deze
A
(met name bij doorvoeren door metalen wanden) niet kunnen
schuren. Gebruik ter bescherming geschikte doorvoertulen,
om beschadigingen aan de kabels te vermijden. De aansluitka-
bels aansluiten op de aanwezige accuklemmen (rood = plus,
zwart = min).
Verkeerde polariteit leidt tot beschadiging van de
elektronica / besturing.
De aansluiting van de besturing (conform aansluitschema)
moet in de volgorde – moer, ringoog accuaansluiting, moer –
plaatsvinden (draaimoment 7 Nm ±1).
Zekering in de plusleiding (150 A) dichtbij de pluspool
aansluiten.
-
+
-
+