7.2 Raccordement de plusieurs Nano Air 50 en série (vue arrière) • Connection of several Nano
Air 50 in series (backside view) • Serienverschaltung von mehreren Nano Air 50 (hintenansicht) •
Plaatsing in serie van meerdere Nano Air 50 systemen (achteraanzicht) • Collegamento di Nano
Air 50 in serie (vista posteriore) • Conexión de varios Nano Air 50 en serie (vista trasera)
Le premier Nano Air 50 contrôle tous les Nano Air 50 raccordés. Le cavalier entre les contacts 1 et 2 ou 2 et 3 du connecteur CN7
détermine le sens du flux en mode Ventilation.
Si le cavalier connecte les contacts 1 et 2, le mode Ventilation extrait l'air de la pièce. Il s'agit d'un réglage d'usine!
Si le cavalier connecte les contacts 2 et 3, le mode Ventilation insuffle l'air.
La position du cavalier à chaque branchement d'un Nano Air 50 en série détermine le sens de rotation en mode Ventilation et la
phase de fonctionnement en mode Récupération. Exemple : si le cavalier du premier Nano Air 50 relie les contacts 2 et 3 et celui
du deuxième Nano Air 50 les contacts 1 et 2, les Nano Air 50 fonctionnent dans des sens opposés en mode Récupération.
The first Nano Air 50 controls all the connected Nano Air 50. The jumper between the contacts 1 and 2 or 2 and 3 of CN7 socket
connector determines a flow direction in Ventilation mode.
If the jumper connects the contacts 1 and 2, air is extracted from the room in Ventilation mode. This is a factory setting!
If the jumper connects the contacts 2 and 3, air is supplied in Ventilation mode.
The jumper position at each connection in series Nano Air 50 determines a rotation direction in Ventilation mode and an operating
phase in Regeneration mode. Example : if the jumper at the first Nano Air 50 connects the contacts 2 and 3 and the jumper at the
second Nano Air 50 connects the contacts 1 and 2, the Nano Air 50 operate in opposite directions in Regeneration mode.
Die Steuerung aller verbundenen Nano Air 50 erfolgt über den ersten Nano Air 50. Die Position des Jumpers zwischen den Kon-
takten 1 und 2 oder 2 und 3 der Schnittstelle CN7 bestimmt die Luftstromrichtung im Belüftungsbetrieb.
Wenn der Jumper die Kontakte 1 und 2 verbindet, dann wird die Abluft dem Raum im Belüftungsbetrieb entzogen (standardmäßig).
Wenn der Jumper die Kontakte 2 und 3 verbindet, dann wird die Frischluft dem Raum im Belüftungsbetrieb zugeführt.
Die Position des Jumpers auf jede angeschlossenen Nano Air 50 bestimmt die Luftstromrichtung im Belüftungsbetrieb sowie den
Ausgangsphase im WRG-Betrieb.
z.B., der Jumper des ersten Nano Air 50 verbindet die Kontakte 2 und 3 und der Jumper des zweiten Nano Air 50 verbindet die
Kontakte 1 und 2. Im WRG-Betrieb funktionieren die Nano Air 50 gegenläufig.
De eerste Nano Air 50 bedient alle verbonden systemen. De jumper tussen de pinnen 1 en 2 of 2 en 3 van de CN7 connector
bepaalt een luchtstroomrichting in ventilatiefunctie.
Als de jumper de pinnen 1 en 2 verbindt, dan wordt er lucht afgevoerd in de ventilatiefunctie. Dat is een fabrieksinstelling!
Als de jumper de pinnen 2 en 3 verbindt, dan wordt er lucht aangevoerd in de ventilatiefunctie.
De stand van de jumper bij plaatsing in serie bepaalt de luchtstroomrichting in de ventilatiefunctie en de fase in de
warmteterugwinningsfunctie.
Bijvoorbeeld: als de jumper van het eerste ventilatiesysteem de pinnen 2 en 3 verbindt en de jumper van het tweede systeem de
pinnen 1 en 2, dan werken de systemen in tegengestelde richtingen in de warmteterugwinningsfunctie.
+
+
N
N
TB2
L
L
CN7
G
G
1
4
D
D
2
5
+
+
3
6
N
N
CN7
23
FR
EN
DE
NL