Inbedrijfstelling
5
Inbedrijfstelling
Belangrijk
Meetsystemen die in explosiegevaarlijke bereiken worden ingezet, worden geleverd met een
aanvullend document met Ex-veiligheidsinstructies (Geldt slechts voor FM / CSA).
De daarin vermelde voorschriften en gegevens moeten eveneens consequent worden
opgevolgd!
5.1
Algemene informatie
Controle voor het inschakelen van de hulpenergie
Vóór de ingebruikname van het apparaat moeten de volgende punten gecontroleerd worden:
•
De juiste plaatsing van de debietmeter / -meetomvormer
•
De juiste bedrading volgens elektrische aansluiting
•
De juiste aarding van de meetwaardeopnemer
•
Dat de uitwendige module voor gegevensopslag (FRAM) hetzelfde serienummer heeft als de
meetwaardeopnemer
•
Dat de uitwendige module voor gegevensopslag (FRAM) op de juiste plaats is ingestoken
(zie in de gebruiksaanwijzing onder het hoofdstuk "Meetomvormer vervangen").
•
De omgevingscondities overeenstemmen met de specificatie.
•
De hulpenergie overeenstemt met de specificaties op het typeplaatje.
Controle na het inschakelen van de hulpenergie
Na de ingebruikname van het apparaat moeten de volgende punten gecontroleerd worden:
•
dat de parameters overeenkomstig de gebruiksvoorwaarden zijn geconfigureerd.
•
dat het systeemnulpunt werd geijkt.
Algemene aanwijzingen
•
Als bij doorstroming de verkeerde stroomrichting wordt aangeduid, zijn de aansluitingen van
de signaalleiding misschien verwisseld.
•
De locatie van zekeringen en bijbehorende waarden kunt u lezen in de gebruiksaanwijzing,
in het hoofdstuk "Onderdelenlijst".
14 - NL
CoriolisMaster FCM2000
CI/FCM2000-X1