Inbedrijfstelling; Controle Voor De Inbedrijfstelling; Bediening - ABB ProcessMaster FEP300 Manual Del Usuario

Inbedrijfstelling

6 Inbedrijfstelling
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Meetsystemen die in explosiegevaarlijke bereiken worden ingezet, worden geleverd met een
aanvullend document met Ex-veiligheidsinstructies. De daarin vermelde voorschriften en
gegevens moeten eveneens consequent worden opgevolgd!
6.1

Controle voor de inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfname moeten de volgende punten getest worden:
• De voedingsspanning moet uitgeschakeld zijn.
• De voedingsspanning moet met de opgave op het typeplaatje overeenkomen.
• De aansluiting van de diverse draden moet overeenkomstig het aansluitschema uitgevoerd
zijn.
• Meetwaardeopnemer en meetwaardeomvormer moeten goed geaard zijn.
• De temperatuurgrenswaarden moeten aangehouden worden.
• De meetwaardeomvormer moet op een uiterst trillingsvrije plaats gemonteerd worden.
• Het deksel van de behuizing evenals de dekselbeveiliging moet u voor het inschakelen van
de voedingsspanning afsluiten.
• Bij apparaten met gescheiden constructie en een nauwkeurigheid van 0,2% van de
meetwaarde moet op de juiste combinatie van de meetwaardeopnemer en meetomvormer
worden gelet.
Daartoe hebben de meetwaardeopnemers op de typeplaatjes de laatste cijfers X1, X2, etc.
staan. De meetomvormers hebben de laatste cijfers Y1, Y2 enz. staan.
De apparaten met de laatste cijfers X1 / Y1 of X2 / Y2 horen bij elkaar.
6.2

Bediening

Het LCD-scherm beschikt over capacitieve druktoetsen. Deze maken de bediening van het
apparaat mogelijk via de gesloten deksel van de behuizing.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De meetomvormer voert regelmatig een automatische kalibratie van de capacitieve toetsen
uit. Als de deksel tijdens het functioneren geopend wordt, is de gevoeligheid van de toetsen
aanvankelijk verhoogd, zodat er fouten bij de bediening kunnen ontstaan. Bij de volgende
automatische kalibratie wordt de gevoeligheid van de toetsen weer normaal.
44 - NL FEX300, FEX500 CI/FEX300/FEX500-X1