4.3.13. Instelling van de aansturing van het alarm "Temperatuur"
Wanneer de gemeten temperatuur zich buiten de ingestelde waarden bevindt, wordt er een alarm aangestuurd
. Standaard bevinden de waarden zich tussen 5°C - 40°C. Om deze aan te passen:
• Vanuit de modus Configuratie/
• Druk op
of
om deze waarde in te stellen (kies 0 om het alarm te deactiveren).
• Druk op
om te valideren: de maximum waarde (aangegeven door "HI") knippert.
• Druk op
of
om deze waarde in te stellen.
• Druk op
om te valideren.
4.3.14. Instelling van de aansturing van het alarm "Zoutgehalte"
Wanneer de gemeten zoutconcentratie zich buiten de ingestelde waarden bevindt, wordt er een alarm aangestuurd
. Standaard bevinden de geregistreerde waarden zich tussen 2,5 g/L - 8 g/L). Om deze aan te passen:
• Vanuit de modus Configuratie/
• Druk op
of
om deze waarde in te stellen (kies 0,5 om het alarm te deactiveren).
• Druk op
om te valideren: de maximum waarde (aangegeven door "HI") knippert.
• Druk op
of
om deze waarde in te stellen.
• Druk op
om te valideren.
drukt u op
: de minimum waarde (aangegeven door "LO") knippert.
drukt u op
: de minimum waarde (aangegeven door "LO") knippert.
NL
30