Ingersoll Rand CL125K Manual Del Usuario página 43

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
Let op dat de bouten en moeren van de loopkat worden aangedraaid in overeenstemming met de specificaties van de fabrikant. Als u de takel
en loopkat op de balk installeert, moeten de zijplaten parallel aan elkaar en verticaal geplaatst worden.
Na installatie moet u ervoor zorgen dat de balkstoppen op hun plaats zitten en hijst u een nominale last tot 10–15 centimeter (4–6 inch) boven
de vloer terwijl u de loopkat over de hele lengte van de balk laat lopen.
Om te voorkomen dat een last niet goed in balans is, wat de loopkat zou kunnen beschadigen, moet de takel recht onder de loopkat
hangen.
De wielen van de loopkat rollen over de bovenzijde van de onderste balkflens.
Luchttoevoer
De aangevoerde lucht moet schoon, vochtvrij en gesmeerd zijn zodat de motor optimaal kan draaien. Vuil, vocht en het ontbreken van smeer
zijn de belangrijkste oorzaken als een motor voortijdig slijt en defect raakt. Door gebruik te maken van een luchtfilter, een smeerinrichting en
een vochtscheider werkt de takel beter en zal deze minder ongepland buiten gebruik zijn.
Raadpleeg de 'Algemene specificaties' op pagina 61. Als de luchttoevoer afwijkt van de aanbevolen specificaties, veranderen de product-
prestaties. De temperatuur van de perslucht mag bij de luchtinlaat van de motor niet hoger zijn dan 55°C (120°F).
Raadpleeg tekening MHP0191 op pagina 9, A. Lucht uit; B. Smeerinrichting; C. Regelaar; D. Lucht in; E. Filter.
Luchtleidingen
De inwendige diameter van de luchttoevoerleidingen moet minimaal 13 mm (1/2 inch) zijn voor flexibele leidingen en voor connectors. Voor-
dat u de laatste leidingen aansluit, moet u alle luchtleidingen schoonblazen met schone, vochtvrije lucht of stikstof. Daarna sluit u de leidingen
aan op de inlaat. De toevoerleidingen moeten zo kort en recht zijn als de omstandigheden toelaten. Lange leidingen en veel koppelstukken,
ellebogen, T-stukken, bolafsluiters, enz. zorgen voor een afname van de druk vanwege belemmeringen en oppervlaktewrijving in de leidingen.
Let op: de inlaatzeef is voorzien van 3/8 NPT-draad.
Smeerinrichting voor de luchtleiding (standaard)
Het gebruik van een smeerinrichting voor de luchtleiding is verplicht. Deze moet dagelijks worden bijgevuld en zodanig worden ingesteld dat
er 2–3 druppels van olietype IR nr. 10 (10 W zonder detergenten) per minuut worden afgegeven. De smeerinrichting moet zijn voorzien van een
inlaat en een uitlaat die net zo groot zijn als de inlaat van de motor en waardoor minimaal anderhalf maal de gespecificeerde luchthoeveelheid
doorheen kan stromen. Installeer de smeerinrichting zo dicht mogelijk bij de luchtinlaat van de motor.
● De smeerinrichting mag zich maximaal 3 meter (10 foot) van de motor bevinden.
● Sluit de luchttoevoer af voordat u de smeerinrichting van de luchtleiding vult.
Luchtleidingfilter
Plaats de zeef/filter zo dicht mogelijk bij de luchtinlaat van de motor, maar vanaf de smeerinrichting gezien wel met de stroom mee zodat er
geen vuil in de motor komt. Het filter moet filtratie tot 20 micron leveren en een vochtvanger bevatten. Reinig het filter/de zeef periodiek met
het oog op een goede filtratie.
Procedure vóór start
Voor takels die opgeslagen zijn geweest, geldt de volgende procedure voordat deze in gebruik wordt genomen.
1. Onderwerp de takel aan een inspectie in overeenstemming met de vereisten die staan vermeld onder het kopje "Inspectie" op pagina 44.
2. Spuit een kleine hoeveelheid olie conform ISO VG 32 (SAE 10 W) in de inlaat van de motor.
3. Laat de motor gedurende tien seconden in beide richtingen draaien zodat eventueel vuil wordt weggeblazen.
a. Hijs de takel onbelast op ("UP") en stel de druk in op 6,2 bar (90 psi).
4. De takel is nu klaar voor normaal gebruik.
Hoofdafslag voor luchtdruk
Alle takels moeten zijn voorzien van een afslagklep die op de muur is bevestigd.
Kettingbak (optioneel)
De kettingbak is een optionele accessoire. Kijk wat het formaat van de kettingbak is. Deze moet voldoende groot zijn voor de lengte van de
lastketting. Neem indien nodig een grotere kettingbak. Als gebruik wordt gemaakt van een kettingemmer, moet het vrije uiteinde van de
ketting altijd aan de takel worden bevestigd.
Plaats de kettingbak conform de bijgeleverde aanwijzingen. Draai het onderblok naar het laagste punt en hijs de takel op ("UP") om de ketting
in de bak op te bergen.
Laat de ketting vanzelf in de kettingbak lopen. Als u de ketting met de hand probeert te sturen, kan er een slag of een kink in komen,
waardoor de takel beschadigd raakt.
Hangbediening
Controleer of alle slangaansluitingen goed vastzitten en dat er geen slagen of plooien in de slangen zitten. Neem contact op met de fabriek als de
hangbediening langer is dan 2 meter (6 foot).
45550183_ed4
OPGELET
OPMERKING
PRECAUCIÓN
OPMERKING
NL
NL-4

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Cl250kCl500k

Tabla de contenido