4. Het toestel instellen
Opmerking: vouw voor een overzicht van
de afzonderlijke stappen de bladzijden ΙΙΙ
en VΙΙΙ uit!
4.1 Het toestel aansluiten,
functiecontrole
Het apparaat wordt met het volgende
geleverd:
basisapparaat (stoel), bewegingselement,
afstandsbediening (1), patiëntenchipkaart
(2), armsteun (4), schouder‑ en neksteun
(geldt uitsluitend voor de ARTROMOT®-S3
comfort), apparaataansluitkabel (zonder
afbeelding), gebruiksaanwijzing
1. Zet het apparaat in elkaar en sluit de
betreffende kabels aan, waarbij u de
instructies voor het transport onder 6.3
in omgekeerde volgorde volgt.
2. Breng de slede nu als volgt in zijn
basispositie
Eerste instelling bij een
nieuwe patiënt
Noteer de naam van de patiënt op de
achterzijde van de chipkaart. Steek de
originele patiëntenchipkaart (2) in de
afstandsbediening (1).
Druk op de afstandsbediening op de knop
MENU, tot u prgrammeerniveau 2 bereikt
(iedere keer wanneer u op de knop drukt,
gaat u naar een volgend niveau).
Druk op de parameterknop „Nieuwe
patiënt"
en activeer deze functie
(haakje in de cirkel naast de functie).
Druk op de knop START. Het toestel gaat
automatisch naar de basispositie.
Instelling met reeds gepro-
grammeerde chipkaart
Steek de originele patiëntenchipkaart (2)
in de afstandsbediening (1).
Druk op de knop START.
Het toestel gaat automatisch naar de
startpositie (maximale adductiewaarde,
middenwaarde endorotatie / exorotatie).
Functiecontrole
Wanneer u de afstandsbediening kunt be‑
dienen zoals hierboven beschreven, en de
ARTROMOT®-S3 naar de basispositie gaat
(zie de basispositie‑waarden in hoofdstuk
5.3), werkt het toestel probleemloos.
Wanneer het toestel in bedrijf is, verricht
het continu een functiecontrole. Wanneer
het daarbij een storing waarneemt,
– klinkt een waarschuwingssignaal
– schakelt het onmiddellijk uit
– verschijnt de melding „ERROR"
met een storingscode (bijvoorbeeld
ERROR 5).
In dit geval kunt u het apparaat proberen
te herstarten door de aan/uit‑schakelaar
kort ingedrukt te houden. Controleer
hierbij, als de slede is uitgeschakeld, of
de stekker goed aangesloten is. Mocht
de foutmelding aanhouden, dan mag u
het apparaat pas na controle door de
klantendienst weer gebruiken.
Wanneer u uzelf ervan hebt overtuigd dat
de ARTROMOT®‑S3 probleemloos werkt,
laat u de patiënt plaatsnemen op de
ARTROMOT®‑S3.
220