Installatie - Tractel tempo 2 Manual De Empleo Y De Mantenimiento

en op de andere kant op de genaaide lus van de
beveiligingsriem (S). Ze zijn gemaakt van roestvrij
staal.
• 2 riemringen AS30S lg 1,5 m. Ze zijn gemaakt van
polyester.
• 1 transporttas.
3.2. tempo 3
De levenslijn tempo 3 is een tijdelijke en vervoerbare,
NL
horizontale levenslijn, conform de norm EN 795.
De lijn is ook getest voor een gebruik door 3 personen.
De lijn kan aangepast worden van 5 tot 18 m. De
weerstand van de eindverankeringen moet een minimale
breekweerstand van 15 kN bedragen. Deze uitrusting
moet gebruikt worden met een valbeveiligingssysteem
conform de norm EN 363. Deze uitrusting is geschikt
voor een gebruik op een werf in open lucht en voor een
temperatuurbereik gelegen tussen -35°C en +60°C. De
levenslijn tempo 3 bestaat uit de volgende elementen:
• Een hijstouw veiligheidssteun van 18 m, diameter
12.5 uit polyamide, gecertificeerd door Tractel
• Een zelfklemmende, aluminium spanner tempo 3 (T).
• 2 connectors, geplaatst aan één kant van de lijn, op
de ijzeren lus van de veiligheidssteun (L) en op de
andere kant van de spanner (T).
• 2 riemringen AS30S lg 1,5 m. Ze zijn gemaakt van
polyester.
• 1 afsteller van aluminium.
• 1 transporttas.
Als een levenslijn tempo 3 op een veiligheidssteun
gebruikt wordt die niet aan dit model aangepast is,
conform deze handleiding, kan dit betekenen dat
het toestel niet correct werkt en bijgevolg de val
van de gebruiker veroorzaken en diens leven in
4.1. tempo 2
Controleer, vóór de installatie van de levenslijn tempo 2,
of de verankerpunten een voldoende mechanische
breekweerstand van 28 kN hebben.
4.1.1. Montage
Verbind de connector of de AS30S-aansnoerriem (afb.
2) van de verankering (L) op de tempo é-levenslijn op
het eerste verankeringspunt, en verbind vervolgens
de tweede connector of de AS30S-aansnoerriem(
afb.2) die op de aansnoerriem (S) op de tweede
verankeringspunten zit.
De twee verankerpunten mogen maximaal op 20 m van
elkaar geplaatst worden. De levenslijn moet zodanig
geplaatst worden dat de hellingshoek in verhouding
tot de horizon geen enkel risico op het glijden van
34
GEVAAR
gevaar brengen.

4. Installatie

de operator veroorzaakt in de as van de "Tiroolse"-
levenslijn bij het vallen van één of meerdere personen
en in alle gevallen mag deze hellingshoek niet meer
dan 15° bedragen. Om de spanning van de levenslijn
tempo 2 uit te voeren, trek manueel aan de slappe
draad van de veiligheidssteun, parallel aan de as van
de levenslijn om de pijl van de veiligheidssteun zoveel
mogelijk te verminderen. Allemaal de onder spanning
zettende kracht op de slappe streng te behouden.
Ontkoppel de teruglooprem van de spanner om het
klemhandvat te bevrijden. Schakel het klemhandvat in
en maak minimum twee toeren uit zodat de riem zich
correct plaatst. Plaats de teruglooprem opnieuw in
positie zodra het toestel onder spanning staat. Deze
bewerking blokkeert het klemhandvat.
De levenslijn tempo 2 moet op het hoogste punt en op
het minimumpunt op halve manshoogte geïnstalleerd
worden.
(L).
®
Controleer, vóór de installatie, of niemand zich
installatiezone van de levenslijn bevindt.
4.1.2. Demontage
Om de levenslijn tempo 2 te demonteren, ontkoppel de
teruglooprem van de spanner om het klemhandvat te
bevrijden.
Trek aan de gespannen streng van de riem om de pijl
aan te geven.
Maak vervolgens beide connectoren los van de
structurele verankeringspunten of van de AS30S
Controleer zorgvuldig of niemand op lijn gekoppeld
is voordat men deze ontspant.
Controleer of niemand zich onder de levenslijn
4.2. tempo 3
Controleer, vóór de installatie van de levenslijn tempo
3, of de verankerpunten een voldoende mechanische
breekweerstand van 15 kN hebben.
4.2.1. Montage
Verbind de connector of de AS30S-aansnoerriem (afb.
2) van de verankering (L) op de tempo 3-levenslijn op
het eerste verankeringspunt, en verbind vervolgens de
tweede connector of de AS30S-aansnoerriem( afb.2)
die op de spanner (T) op de tweede verankeringspunten
zit.
De twee verankeringspunten moeten maximaal 18
m van elkaar verwijderd zijn. De levenslijn moet
OPGELET
onder de
OPGELET
bevindt.