Nederlands
Indien u twee van deze geluidssignalen achter elkaar hoort, worden deze gevolgd door een piepgeluid
en worden er op de display één of twee ISQ-waarden weergegeven.
Indien er veel elektromagnetische storingsgeluiden aanwezig zijn, kan het zo zijn dat het instrument
niet kan meten. Het zal dan een hoorbaar signaal uitzenden. Probeer in dit geval de bron van de
elektromagnetische storing weg te nemen.
Opmerking: begin te meten in de mesiodistale richting (langs de kaaklijn). Probeer vervolgens ook
een waarde te meten in de buccolinguale richting (perpendiculair aan de kaaklijn). Als het niet mo-
gelijk is een waarde te krijgen in de exacte buccolinguale richting, kunt u in een lichtelijk afwijkende
rotatiehoek proberen te meten.
Meetresultaten weergeven
Een meetresultaat bestaat uit de volgende gegevens:
• De ISQ-waarde
• Informatie over de signaalsterkte
• Tijd en datum van de meting
Zie "Instelstand/functies" als u alle gegevens met betrekking tot de meting wilt weergeven. De celco-
ordinaten van de weergegeven meting worden weergegeven in de rechterbovenhoek van de display. U
kunt met de pijltoetsen een andere rij en kolom kiezen. Als de cel leeg is, worden er geen metingsgege-
vens weergegeven. De Q-waarde is de sterkte van het signaal. De laagst toegestane waarde is 1.
Geheugen en gegevens opslaan
Het geheugen van het instrument bestaat uit een werkblad met de rijen 1 tot en met 20 en de kolom-
men A tot en met T. Er kan één cel tegelijk worden weergegeven. De coördinaten van de weergegeven
cel ziet u in de rechterbovenhoek van de display (dat wil zeggen A1 tot T20). De gegevens voor elke
meting worden opgeslagen in een cel in het werkblad. In het instelmenu kunt u kiezen uit drie metho-
den voor het opslaan van gegevens:
Methode 1 (standaardmethode): de gegevens worden opgeslagen in de eerstvolgende lege cel na
de weergegeven cel, waarbij eerst van rij naar rij wordt gegaan, dan van kolom naar kolom. Als er
helemaal geen lege cel wordt gevonden, moeten er metingen worden gewist uit het geheugen.
Methode 2: de ISQ-waarde wordt opgeslagen in de weergegeven cel, ongeacht of deze cel leeg is.
Methode 3: de ISQ-waarde wordt opgeslagen in de volgende rij van dezelfde kolom als de weergege-
ven cel, ongeacht of deze cel leeg is.
Instelstand/functies
Als u de instelstand wilt activeren, drukt u op de "centre"-toets. U selecteert opties in het menu door
de rij te markeren met de pijl-omhoog of omlaag en op de "centre"-toets te drukken. In de volgende
tabel worden de menuopties uitgelegd (deze kunnen verschillen, afhankelijk van de firmwareversie):
Functie
Display data
Hiermee geeft u aanvullende gegevens weer voor de weergegeven meting.
Hiermee wist u de weergegeven ISQ-waarde, een hele geheugenkolom of het hele
Erase ISQ
geheugen.
64