NL
GEBRUIK MET EN ZONDER BRIL
A
Waarnemers die geen bril dragen, laten de oogschel-
3
omhoog geklapt (afbeelding A, afl evertoestand).
pen
In deze positie is de juiste afstand van de Leica
Rangemaster tot het oog gerealiseerd. Bij het
waarnemen met bril wordt de rubberen oogschelp naar
onderen omgekeerd (afbeelding B).
100
B
DIOPTRIE-COMPENSATIE
Met de dioptrie-compensatie kunt u de scherpte van
het richtpunt en de weergaven op de voor u optimale
waarde instellen. Eenvoudig via de Leica Rangemaster
een ver verwijderd object peilen en door het verdraaien
3
van de oogschelpen
het richtpunt op optimale
scherpte instellen. Het richtpunt verschijnt met een
druk op de hoofdknop 2. De ingestelde waarde kunt u
3a
op de schaal
op de oogschelpen afl ezen. Een
dioptrie-compensatie is mogelijk voor gezichtsstoornis-
sen tot ± 3,5 dioptrie.