1.8
Conventies binnen deze gebruiksaanwijzing
1.8.1 Classiicatie van de waarschuwingen
Waarschuwingen in de gebruiksaanwjzing
waarschuwen voor gevaren bj de omgang met het
apparaat en geven aanwjzingen voor het voorkomen
ervan.
De waarschuwingen zjn naar de ernst van het gevaar
geclassiiceerd en in drie groepen verdeeld:
GEVAAR
Teksten met het signaalwoord "GEVAAR" wjzen op
gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot de dood of
ernstig letsel leiden.
WAARSCHUWING
Teksten met het signaalwoord "WAARSCHUWING" wjzen op
gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot de dood of
ernstig letsel kunnen leiden.
VOORZICHTIG
Teksten met het signaalwoord "VOORZICHTIG" wjzen op
gevaarljke situaties die bj niet-naleving tot licht of ernstig
letsel kunnen leiden.
1.8.2 Overige aanwijzingen m.b.t. de tekstweergave
f aanduiding voor een instructie
• aanduiding voor een opsomming
; resultaat van een handeling
Tekst die
op deze manier wordt
kenmerkt namen van menu's, knoppen, toetsen en
schakelaars.
Tekst die op deze manier wordt
geaccentueerd, kenmerkt displaymeldingen.
Tekst die à op deze manier wordt geaccentueerd,
kenmerkt kruisverwjzingen.
AANWJZING
Teksten met het signaalwoord "AANWJZING" wjzen op
situaties die bj niet-naleving schade aan het apparaat of in
de omgeving kunnen veroorzaken.
Teksten met dit symbool bevatten aanvullende informatie.
Gebruiksaanwijzing • AT2000 CPK • 02-2017 • v02 • 106-29004
geaccentueerd,
2
Veiligheidsaanwijzingen
2.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
De veiligheidsaanwjzingen in dit hoofdstuk omvatten
algemene veiligheidsaanwjzingen voor elektrische
gereedschappen die conform de norm EN 60745 in de
gebruiksaanwjzing moeten worden vermeld. Derhalve
kunnen deze aanwjzingen bevatten die voor AT2000 CPK
niet relevant zjn.
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsaanwjzingen en andere
instructies. Wanneer de volgende waarschuwing en
instructies niet worden opgevolgd, dan bestaat het
risico op een elektrische schok, brand en/of zwaar
letsel.
Alle veiligheidsaanwjzingen en andere instructies
moeten voor toekomstig gebruik goed worden
bewaard. De term "elektrisch gereedschap" in de
veiligheidsaanwjzingen heeft betrekking op uw, via het
elektriciteitsnet gevoede, elektrische gereedschap (met
kabel) of uw, op een batterj of accu werkende,
elektrische gereedschap (zonder kabel).
2.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Let erop dat de werkomgeving schoon en goed
verlicht is. In een slordige of slecht verlichte omgeving is
er sprake van een hoger risico op ongevallen.
b) Gebruik geen elektrische gereedschappen in
omgevingen waar ontploingsgevaar heerst, zoals in
de buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof.
Elektrische gereedschappen produceren vonken die
stof of rookgassen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en toeschouwers op afstand,
wanneer u een elektrisch gereedschap gebruikt.
Aleiding kan ervoor zorgen dat u de controle over
het gereedschap verliest.
2.1.2 Veiligheid van elektrische apparaten
a) De netstekker van het elektrische gereedschap moet
geschikt zjn voor de gebruikte wandcontactdoos.
Voer bj de stekker geen aanpassingen uit. Gebruik
geen adapterstekkers voor geaarde elektrische
gereedschappen. Originele stekkers en passende
wandcontactdozen verminderen het risico op een
elektrische schok.
b) Vermjd contact van het lichaam met geaarde
oppervlakken zoals buizen, radiatoren, fornuizen en
koelkasten. Wanneer uw lichaam geaard is, bestaat er
een verhoogd risico op een elektrische schok.
c) Elektrische gereedschappen mogen noch aan regen
noch aan vocht worden blootgesteld. Water dat een
elektrisch gereedschap binnendringt, verhoogt het risico
op een elektrische schok.
Veiligheidsaanwijzingen
6