Opmerkingen bij figuren in afb. 37:
"cal temp" wordt alleen weergegeven wan-
neer de temperatuurmeting of temperatuur-
(1)
compensatie is ingeschakeld in het "basis-
instelling" menu.
"calibratie pH" wordt alleen aangegeven
(2)
wanneer pH-meting of pH-compensatie is
ingeschakeld in het "basisinstelling" menu.
"regelaar" wordt alleen weergegeven wan-
neer een regelaar is geselecteerd en
(3)
geconfigureerd in het "basisinstelling"
menu en in het "hoofdmenu".
"watersensor" wordt alleen weergegeven
(4)
wanneer de meetcel AQC-D2/-D12 is gese-
lecteerd in het "basisinstelling" menu.
"Cal-data/logboek" wordt alleen weergege-
(5)
ven wanneer eerder een kalibratie is uitge-
voerd.
service
chloor
stroom test
relais test
In het "service" menu worden de volgende items
opgesomd:
•
"parameter": toont data van de vorige 10 kalibra-
ties
•
"regelaar": controleren van de regelaarinstellin-
gen
•
"stroom test": controleren van de werking van de
stroomuitgangen
•
"relais test": testen van de werking van de relais
•
"test display": testen van de werking van het dis-
play.
"parameter": logboekregistratie van
kalibratiedata
De kalibratiegegevens van alle geactiveerde meet-
grootheden worden door een logboekfunctie chrono-
logisch bijgehouden (uitzondering: redoxmeting).
Voorbeeld: Bij een pH-meting, bevat het logboek de
volgende data:
•
Kalibratienummer met datum/tijd
•
Stijging (gevoeligheid van de elektrode)
•
Assymetrisch potentiaal van de elektrode
•
Temperatuur van de gebruikte bufferoplossing.
Onder "meetwaarde" worden de volgende data weer-
gegeven:
•
Actuele meetwaarde
•
Stroomcelspanning of celspanning.
Onder "watersensor" worden de volgende data weer-
gegeven:
•
toerental van de watersensor tijdens de laatste
kalibratie
•
Actuele toerental van de watersensor.
350
"regelaar" (controleren van de
regelaarinstellingen)
1. Selecteer de [Omhoog] of [Omlaag] knoppen
afhankelijk van de regelaar en selecteer het cor-
responderende menu m.b.v. [OK].
– Op de eerste regel wordt het geconfigureerde
type regelaar weergegeven en in de volgende
regels worden de stroomregelaarinstellingen
opgesomd. (Selecteer de waarde y
[OK]).
"stroom test" (testen van de werking van de
stroomuitgangen)
1. Selecteer de stroomuitgang die getest moet wor-
den met de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om naar het betreffende menu te
schakelen.
Afhankelijk van de configuratie van de stroomuitgan-
gen, kunnen de stroomuitgangen worden ingescha-
keld met de volgende stroomwaarden en de stroom-
waarde kan worden doorgegeven aan het systeem:
•
Teststromen van 0, 10, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 0-20 mA
•
Teststromen van 4, 12, 20 mA met geselecteerd
standaard bereik 4-20 mA of met vrij instelbare
stroomuitgangen.
2. Selecteer de stroomwaarden m.b.v. de [Omhoog]
en [Omlaag] knoppen.
– Na selectie van de regel wordt automatisch de
status van de stroomuitgang met de desbetref-
fende waarde op "aan" gezet.
– Na selectie van een andere regel wordt de
vorige stroomwaarde automatisch op "uit" en
de nieuwe stroomwaarde op "aan" gezet.
"relais test" (testen van de werking van de relais)
1. Selecteer het relais dat getest moet worden
m.b.v. de [Omhoog] en [Omlaag] knoppen en
druk op [OK] om deze aan of uit te schakelen.
Wanneer een van de regels "relais 1', "relais 2" of
"alarm" is geselecteerd, dan wordt het relais dat het
laatst werdt geactiveerd voordat de test werd
gestart, uitgeschakeld. Rekening houdend met de
huidige alarmwaarden en regelaarwaarden,
wordt het relais weer uitgeschakeld wanneer het
testmenu wordt verlaten.
"test display" (het testen van de werking van het
display)
•
Wanneer het scherm volledig donker wordt:
Dan is het display in orde.
•
Wanneer het display deels helder blijft:
Dan is het display defect.
•
Druk op [OK] om het testmenu te verlaten.
m.b.v.
out