5.3 Sper- of spoelvloeistof
De sper- of spoelvloeistof moet een temperatuur
voor automatische ontsteking hebben die ten minste
50 K hoger ligt dan de maximale oppervlaktempera-
tuur van de pomp.
5.4 Vloeistofaansluitingen voor dead-end
oplossingen.
Drukloze dead-
end vloeistof
Afb. 6
Voorbeelden van dubbele afdichtingen
bij dead-end oplossingen
Voor de voorbeelden in afb. 6 moet de
vloeistof worden aangesloten op lei-
dingaansluiting nr. 2 in afb. 7. Leidingaan-
sluitingen 1 en 3 moeten worden afge-
dicht. Zie afb. 7.
1
2
Afb. 7
Leidingaansluitingen
178
Dead-end vloei-
stof onder druk
3
5.5 Circulerende oplossing
Afb. 8
Voorbeeld van circulerende oplossing
Belangrijke bedrijfsparameter voor de circulerende
oplossing:
De maximale uitblaastemperatuur vanuit de afdich-
tingskamer moet beneden 70 °C worden gehouden
en idealiter op maximaal 60 °C.
Delta T voor de afdichtingskamer is aangepast en
ingesteld op een waarde tussen 7 en maximaal 10 K.
5.6 Bedrijf in vacuüm of zuighoogte
Afb. 9
Pompen met dubbele afdichtingen aan-
gesloten op een verhoogd vat
Als het bedrijf in vacuüm of de zuighoogte een conti-
nue of periodieke bedrijfsconditie is voor de toepas-
singen die worden weergegeven in afb. 9, gebruikt u
geschikte apparatuur voor niveaubewaking om te
waarborgen dat de afdichtingskamer vloeistof bevat.
De pomp moet worden uitgeschakeld als de vloeistof
een bepaald laag niveau bereikt in het toevoervat.