● Contactsleutel uittrekken en zorgvuldig
bewaren zodat onbevoegde personen,
met name kinderen, de sleutel niet
kunnen bemachtigen.
14.25 Stilleggen bij langere
onderbrekingen (bijvoorbeeld
winterpauze)
● Reinig zorgvuldig alle buitendelen van
de verbrandingsmotor en het apparaat,
vooral de koelvinnen.
● Smeer alle bewegende delen goed in
met olie of vet.
● Brandstof uit de brandstoftank aftappen
en carburator ledigen (bijvoorbeeld
door leegrijden).
● Handrem aantrekken. (
● Volg de aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor op.
● Ververs de motorolie (zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). (
14.14)
● Accu loskoppelen. (
14.20)
● Accu helemaal opgeladen veilig in een
koele, droge ruimte opslaan.
14.26 Na langere bedrijfspauzes (bijv.
winterpauze)
● Accuspanning controleren. Als de
minimumspanning niet wordt bereikt,
de accu nog vóór het inbouwen met een
acculader volledig opladen.
Minimumspanning: 11,5 V
● Accu plaatsen en aansluiten. (
● Controleer de bandenspanning op alle
wielen. (
14.9)
0478 193 9902 A - NL
● Controleer het brandstofpeil en tank
indien nodig bij.
● Eventueel de motorolie verversen.
(
14.14)
● Controleer de inhoud van de motorolie
en vul eventueel motorolie bij.
(
14.13)
15. Transport
Kans op letsel!
Lees voor het transport het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid", in
het bijzonder de paragraaf
"Transport van de zitmaaier"
zorgvuldig door en volg de
instructies op. (
8.10)
Laadhellingen langzaam en zeer
voorzichtig oprijden en erop letten u
met de wielen niet over de zijkant
van de laadhellingen geraakt –
Gevaar op vallen!
Wijzig de snelheid of de richting
niet abrupt.
Bij transport op de openbare weg
mag het apparaat uitsluitend met
behulp van een geschikt voertuig of
een geschikte aanhanger worden
getransporteerd! Niet wegslepen!
● Voor het laden hoogste snijstand
kiezen. (
● Bij het gebruik van een aanhangwagen
deze aan de voorzijde ondersteunen
om te voorkomen dat deze onder het
gewicht van het apparaat omhoog
klapt.
● Gebruik voor het laden een geschikte
14.20)
hefvoorziening of aangepaste stabiele
laadhellingen die voldoende breed zijn.
4.), (
4.3)
12.6)
● Laadhellingen stevig plaatsen en
bevestigen, wielstand en spoorbreedte
van de zitmaaier in acht nemen. (
● Verdeel de last gelijkmatig over de
aanhanger.
● Na het laden laagste snijstand kiezen.
(
12.6)
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
12.3)
● Schuif het apparaat zover naar voor dat
de bumper de voorwand van de
aanhanger of voertuig raakt.
● Handrem aantrekken. (
● Brandstofkraan sluiten. (
● Zet het apparaat met behulp van
geschikte bevestigingsmiddelen
(gordels, kabels enz.) aan de voorste
bumper tegen de voorste wand van de
aanhanger of voertuig en borg deze.
● Plaats vervolgens wiggen (niet
meegeleverd) onder de wielen, zodat
onbedoeld wegrollen kan worden
vermeden.
16. Standaard
reserveonderdelen
Maaimes:
6140 702 0100
Mesbout:
9010 345 2430
Veerring:
0000 702 6600
De bevestigingselementen van het
maaimes (bijv. mesbout) moeten bij
het verwisselen of monteren van
een mes worden vervangen.
Vervangingsonderdelen zijn bij de
VIKING vakhandelaar verkrijgbaar.
21.)
8.10)
14.16)
225