● De contactsleutel eruit trekken en op
een veilige plek bewaren.
● Uitwerpkanaal demonteren. (
● Opbergvak openen. (
● Oliedop eraf schroeven (zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
De olieaftapslang (1) bevindt zich op de
verbrandingsmotor vlakbij het
rechterachterwiel.
● Geschikte opvangbak voor olie eronder
zetten.
● Olieaftapslang loshaken.
220
14.5)
14.11)
Snelsluiting (2) van de olieaftapslang (1)
een halve slag linksom draaien en
wegnemen.
Motorolie volledig aftappen.
● Snelsluiting sluiten.
● Olieaftapslang aan de
verbrandingsmotor vasthaken.
14.15 Motorolie bijvullen
● Opbergvak openen. (
● Inhoud van de motorolie
controleren. (
Voorkom schade aan het
apparaat
Zorg ervoor dat de motorolie niet
beneden of boven het juiste peil
komt te staan.
14.11)
14.13)
● Motorolie zoals beschreven in de
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor
bijvullen – een geschikte trechter en
een slang (wordt niet meegeleverd)
gebruiken.
Hierbij de trechter zo in de slang steken
dat de motorolie in de trechter kan
worden geleegd en vervolgens door de
slang stroomt.
● Opbergvak sluiten. (
14.11)
14.16 Brandstofkraan
Door de brandstofkraan open en
dicht te draaien, wordt de
brandstofstroom in de
brandstofleiding vrijgegeven of
onderbroken.
De brandstofkraan bevindt zich achter het
linker achterwiel.
● Verbrandingsmotor
uitschakelen. (
12.3)
● Handrem aantrekken. (
0478 193 9902 A - NL
8.10)