Storingen Verhelpen - Ingersoll Rand R30 Manual De Instrucciones

In dit onderdeel vindt u algemene informatie over het verhelpen van storingen. De beste manier om specifieke oorzaken van storingen vast te stellen is door
grondige inspectie te laten uitvoeren door het personeel dat getraind is in veiligheids-, bedienings- en onderhoudswerkzaamheden aan deze apparatuur. Het
onderstaande grafiek geeft eeen kort uitleg van de meest voorkomende symptomen, waarschijnlijke oorzaken en oplossingen.
SYMPTOOM
Compressor start niet
Compressor stopt en wil niet
opnieuw starten
Compressor wordt gestopt en wil niet
opnieuw starten
Compressor haalt de druk niet die
door het systeem vereist wordt
Compressor haalt de druk niet die
door het systeem vereist wordt
De druk welke in de compressor
ontstaat is te hoog doordat de
snelheid niet lager wordt naargelang
de productie vermindert.
80447196 Rev C

STORINGEN VERHELPEN

Tabel 4: Algemene foutmeldingen
STORING
Geen stroomtoevoer naar behuizing
Storing microcontroller
Storing startmotor
Aandrijfcontroller werd uitgeschakeld
Microcontroller heeft de compressor uitgeschakeld
Maximaal aantal starts per uur is overschreden
Microcontroller heeft de compressor uitgeschakeld
en is niet gereset
Noodstop werd ingedrukt en is niet vrijgegeven
Noodstop werd ingedrukt en is ook weer vrijgegeven,
maar de microcontroller is niet gereset
Compressor is niet bemeten op de systeemvereisten
of de vereisten zijn gewijzigd.
Luchtlekkage door defect aan leiding, slang,
verbinding of afdichting
Luchtlekkage vanwege openstaande afblaasklep
Luchtlekkage vanwege onjuiste zitting of onjuiste
instelling drukontlastingsklep
Luchtlekkage vanwege openstaande afvoersifon
vochtafscheider
Motortoerental te laag vanwege onjuist ingestelde
aandrijving
Motortoerental te laag vanwege fout in instellingen
aandrijving
Storing microcontroller
Storing aandrijfmotor
Drukomvormer defect of onjuist gekalibreerd, of
elektromagnetische interferentie
Onjuiste instellingen microcontroller
Inlaatrooster of kanaal is geblokkeerd
Luchtfilter vuil of ineengeklapt
Inlaatklep wordt niet volledig geopend
Separatorelement vuil of ineengeklapt
Leiding/slangen geblokkeerd of ineengeklapt
Koelerkern geblokkeerd
Keerklep voor de minimumdruk werkt niet naar
behoren
Apparatuur tussen de compressor en het meetpunt
van de klant veroorzaakt drukdaling/drukverlies
Microcontroller onjuist ongesteld
Drukomvormer is mogelijk defect, onjuist
gekalibreerd of ontvangt geen druksignaal
Instellingen aandrijving onjuist
OPLOSSING
Controleer of de voeding ingeschakeld is. Is dit het geval,
roep dan de hulp in van een elektromonteur.
Controleer de voeding naar de unit. Vervang de unit.
Voeding isoleren, vergrendelen en van een label voorzien.
Vervang het defecte onderdeel of neem contact op met
uw plaatselijke vertegenwoordiger van Ingersoll Rand
Zie tabel 4 en 5.
Zie tabel 4 en 5.
Zie tabel 4 en 5.
Oorzaak achterhalen, defect repareren, knop vrijgeven en
microcontroller resetten
Defect repareren en microcontroller resetten
Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger
van Ingersoll Rand
Repareer of vervang
Repareer of vervang
Repareer of vervang
Repareer of vervang
Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger
van Ingersoll Rand
Zie tabel 5.
Repareer of vervang
Zie tabel 5.
Opnieuw kalibreren of vervangen
Instellingen controleren en indien nodig aanpassen
Controleren en reinigen
Vervangen
Repareer of vervang
Vervangen
Reinigen of vervangen
Reinigen of vervangen
Repareer of vervang
Systeemvereisten opzoeken
Instellingen controleren en indien nodig aanpassen
Opnieuw kalibreren of vervangen
Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger
van Ingersoll Rand
NL
NL-11