Wilo Rexa UNI Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 185

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 86
Stappen
4
3
2
Fig. 7: Natte opstelling, mobiel
1
Pomp met geïntegreerde pompvoet
2
Bochtstuk met slangaansluiting of vaste Storzkoppeling
3
Storz-slangkoppeling
4
Drukslang
5
Bevestigingspunt
6
Hijsmiddel
VOORZICHTIG
Beschadiging van de pomp door verkeerde in-
stallatie
Let bij de installatie van de pomp op de volgende
punten:
• Max. toegestane aandraaimomenten in acht ne-
men: 15 Nm (11 ft·lb) (V05) of 25 Nm (18 ft·lb)
(V06)
• Plaats geen extra afdichting tussen flens en toe-
behoren! Op de pompflens is een afdichting ge-
monteerd!
• Gebruik alleen toebehoren met een flensvorm
conform EN 1092-2, type A. Het gebruik van an-
dere flensvormen is niet toegestaan!
Persaansluiting voorbereid: bochtstuk met slangaanslui-
ting of bochtstuk met vaste Storzkoppeling gemonteerd.
1. Bevestig het hijsmiddel met een harp aan het bevesti-
gingspunt op de pomp.
2. Hijs de pomp op en plaats deze op de bedoelde bedrijfs-
locatie (pompput, gat).
3. Plaats de pomp op een vaste ondergrond. VOORZICH-
TIG! Inzakken moet worden voorkomen!
4. Installeer de drukslang en bevestig deze op de voorge-
schreven plaats (bijv. afvoer). GEVAAR! Het afscheuren
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa UNI
Installatie en elektrische aansluiting
6
5
S1
1
S2, S3
of wegslaan van de drukslang kan tot (ernstig) letsel
leiden! Bevestig de drukslang op een veilige wijze op
de uitlaatopening.
5. Installeer de spanningskabel op een vakkundige wijze.
VOORZICHTIG! Beschadig de spanningskabel niet!
▶ De pomp is geïnstalleerd; nu kan de elektromonteur de
elektrische voeding aansluiten.
6.4.6
Niveauregeling
Met een niveauregeling worden de actuele vulniveaus
vastgesteld en wordt de pomp, afhankelijk van de vulni-
veaus, automatisch in- en uitgeschakeld. Het vaststellen
van de vulniveaus gebeurt met behulp van verschillende
sensortypes (vlotterschakelaar, druk- en ultrasoonme-
tingen of elektrodes). Let bij gebruik van een niveaure-
geling op de volgende punten:
▪ Vlotterschakelaars kunnen vrij bewegen!
▪ Het minimaal toegestane waterpeil mag niet worden
onderschreden!
▪ De maximale schakelfrequentie mag niet worden over-
schreden!
▪ Bij sterk schommelende vulniveaus wordt een niveaure-
geling met twee meetpunten aanbevolen. Hiermee kun-
nen grotere schakelverschillen worden bereikt.
Toepassing van de aangebouwde vlotterschakelaar
De "A"-uitvoering is met een vlotterschakelaar uitgerust.
De pomp wordt afhankelijk van het vulniveau in- en uit-
geschakeld. Het schakelniveau is door de kabellengte
van de vlotterschakelaar vastgelegd.
Toepassing van op locatie ter beschikking gestelde ni-
veauregelingen
Bij gebruik van een niveauregeling die ter plekke ter be-
schikking is gesteld, moeten de installatie-instructies in
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de betref-
fende fabrikant worden gevolgd.
6.4.7
Droogloopbeveiliging
Een droogloopbeveiliging moet voorkomen dat de pomp
zonder medium in bedrijf is. Tevens moet deze ervoor
zorgen dat er geen lucht in het hydraulisch systeem bin-
nen kan dringen. Hiervoor moet het toegestane mini-
mumniveau met behulp van een signaalgever worden
bepaald. Zodra de voorgeschreven grenswaarde wordt
bereikt, moet de pomp worden uitgeschakeld en een
overeenkomstige melding worden geactiveerd. Een
droogloopbeveiliging kan dienen als extra meetpunt voor
een reeds aanwezige niveauregeling, of functioneren als
individuele uitschakelinrichting. Afhankelijk van het vei-
ligheidsniveau van de installatie kan het opnieuw inscha-
nl
185

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido