Inbedrijfstelling - Kärcher HDS 7/9-4 M Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para HDS 7/9-4 M:
Tabla de contenido

Publicidad

Uitlaatgastemperatuurregelaar
De uitlaatgastemperatuurregelaar
schakelt het apparaat uit indien de uit-
laatgassen een te hoge temperatuur
bereikt hebben.

Inbedrijfstelling

Waarschuwing
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
 Parkeerrem vastzetten.
Handgreep monteren
Afbeelding 3
Voorzichtig
Elektrische toevoerleiding in kabelgeleider
van de rechterbeugel hangen. Erop letten
dat de kabel niet beschadigd wordt.
Fles systeemonderhoud vervangen
Instructie: Fles bij het aanbrengen stevig
vastduwen zodat de sluiting doorgeprikt
wordt. Fles niet verwijderen vooraleer ze
leeg is.
Instructie: Ter bescherming van het appa-
raat wordt de brander uitgeschakeld met
een vertraging van 5 uren als de fles sy-
steemonderhoud leeg is.
Het systeemonderhoud verhindert de
verkalking van de verwarmingsspiraal
bij de werking met kalkhoudend leiding-
water. Het product wordt druppelgewijs
in de toevoerleiding van het vlotterre-
servoir gedoseerd.
De dosering is in de fabriek ingesteld op
een gemiddelde waterhardheid.
Instructie: Een fles systeemonderhoud
wordt meegeleverd.
 Fles systeemonderhoud vervangen.
82
Dosering van systeemonderhoud
Advance RM 110/RM 111 instellen
 Plaatselijke waterhardheid vaststellen:
via het plaatselijke waterleidingbedrijf,
met een testapparaat voor de water-
hardheid (bestelnr. 6.768-004).
Waterhard-
heid (°dH)
<3
3...7
7...14
14...21
>21
 Serviceschakelaar conform tabel in
functie van de waterhardheid instellen.
Instructie: Bij het gebruik van het sy-
steemonderhoud Advance 2 RM 111 moet
het volgende in acht genomen worden:
Bescherming tegen verkalking: zie tabel
Pomponderhoud en bescherming te-
gen zwart water: serviceschakelaar mi-
nimum op stand 3 instellen.
Brandstof navullen
Gevaar
Explosiegevaar! Uitsluitend diesel of lichte
stookolie vullen. Ongeschikte brandstoffen,
zoals bijvoorbeeld benzine, mogen niet ge-
bruikt worden.
Voorzichtig
Apparaat nooit gebruiken met een leeg
brandstofreservoir. De brandstofpomp
wordt anders vernield.
 Brandstof bijvullen.
 Tankdop sluiten.
 Overgelopen brandstof wegvegen.
– 4
NL
Schaal aan de servicescha-
kelaar
OFF (geen dosering)
1
2
3
4

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido