Buis:
Voor de verwijdering mogen volgens wette-
lijke bepalingen uitsluitend goedgekeurde
ketelsteen-oplosmiddelen met keurmerk
worden gebruikt.
RM 100 (Best.-Nr. 6.287-008) zorgt dat
–
kalksteen en eenvoudige verbindingen
van kalksteen en wasmiddelafzettingen
oplossen.
RM 101 (Best.-Nr. 6.287-013) lost af-
–
zettingen op die met RM 100 niet ver-
wijderd kunnen worden.
Vul een tank van 20 liter met 15 liter wa-
ter.
Voeg één liter ketelsteen-oplosmiddel
toe.
Waterslang direct op de omschakelklep
zuigwater aansluiten en vrije uiteinde in
de tank hangen.
Steek de aangesloten straalpijp zonder
sproeier in de tank.
Motor overeenkomstig de gebruiksaan-
wijzing van de motorfabrikant starten.
Open het handspuitpistool en sluit het
tijdens het ontkalken niet.
Temperatuurregelaar instellen op ar-
beidstemperatuur van 40 °C.
Apparaat laten draaien tot de arbeids-
temperatuur bereikt is.
Zet het apparaat uit en laat het 20 minu-
ten staan. Het handspuitpistool moet
geopend blijven.
Pomp het apparaat tenslotte leeg.
Tip: Wij raden aan ter bescherming tegen
corrosie en voor de neutralisering van de
zuurresten aansluitend een alkalische op-
lossing (bijv. RM 81) via het reinigingsmid-
delreservoir door het apparaat te pompen.
Vorstbescherming
Voorzichtig
Gevaar voor beschadiging! Bevriezend wa-
ter in het apparaat kan onderdelen van het
apparaat kapot maken.
Apparaat in de winter in een verwarmde
–
ruimte bewaren of leegmaken. Bij lang-
durige stilstanden is het aanbevolen an-
84
tivriesmiddel door het apparaat te
pompen.
Is vorstvrije opslag niet mogelijk, appa-
–
raat stilleggen.
Water aftappen:
Watertoevoerslang en hogedrukslang
losschroeven.
Toevoerleiding aan de ketelbodem los-
schroeven en verwarmingsspiraal laten
leeglopen.
Apparaat max. 1 minuuut laten draaien
tot de pomp en de leidingen leeg zijn.
Apparaat met antivriesmiddel door-
spoelen:
Instructie: Behandelingsvoorschriften van
de fabrikant van het antivriesmiddel in acht
nemen.
Courant antivriesmiddel in het vlotterre-
servoir vullen.
Apparaat (zonder brander) inschakelen
tot het apparaat volledig is doorge-
spoeld.
Daardoor wordt ook een bepaalde corro-
siebescherming bereikt.
Hulp bij storingen
Controlelampje brandstof licht op
Temperatuurbegrenzer rookgas is in
–
werking gezet.
Apparaat uitschakelen.
Reset-knop van de uitlaatgastempera-
tuurregelaar aan de elektrische kast in-
drukken.
Apparaat inschakelen.
Uitlaatgastemperatuurregelaar is op-
–
nieuw in werking getreden.
Apparaat laten controleren door de
klantendienst.
Brandstofreservoir leeg
–
Bijvullen.
Controlelampje vloeibare ontharder
Vloeibare ontharder is leeg, om techni-
–
sche redenen blijft altijd een rest in het
reservoir achter.
– 11
NL
brandt