Bediening
5.3.3.2 Vakantieperiode instellen om werking tijdelijk op te schorten
1 Selecteer in het scherm "Menu" de optie "Schedule Settings" (Tijdschema instellen).
2 Selecteer in het scherm "Schedule Settings" de optie "Holiday Setting" (Vakantieperiode instellen).
(2)
3 Selecteer het doel (alle groepen, een blok of een groep). De kalender verschijnt.
•
De knoppen van groepen met ingestelde vakantiedagen worden in het blauw weergegeven.
•
De knoppen van groepen zonder ingestelde vakantiedagen worden in het grijs weergegeven.
?
O P M E R K I N G
"Vakantie" betekent dat de werking voor de hele dag wordt opgeschort.
4 Stel de datum in waarop u de werking wilt opschorten.
•
Blader door de kalender door te tikken op "<" of ">".
•
Door op een datum in de kalender te tikken, wordt hij ingesteld als "Vakantie" en gemarkeerd met " ". U annuleert de
vakantiedag door opnieuw op deze dag te drukken.
•
Vakantiedagen kunnen niet met terugwerkende kracht worden ingesteld.
•
De vakantiedagen worden gemarkeerd met een " ".
•
Wanneer de opties "Alle groepen" of "Block" geselecteerd zijn, geeft de markering " " die dagen aan wanneer er groepen met
vakantiedag zijn gecombineerd met groepen zonder vakantiedag.
5 Tik op "Setting Completed" (Instelling voltooid) om de instellingen te bevestigen en terug te keren naar het scherm "Select.
Holiday Setting group" (Selecteer groep vakantie-instelling).
6 Tik op "Submenu" in het scherm "Holiday setting" (Vakantieperiode instellen) om terug te keren naar het scherm "Schedule
Settings" (Tijdschema instellen).
650
PMML0332A rev.0 - 05/2015
(4)
(5)
(3)