Tips voor bediening en gebruik (vervolg)
Maaifrequentie
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te
behouden, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer
afneemt, maait u minder vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien, maait u eerst op
een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen later op een lagere maaihoogte.
Maai met een lagere rijsnelheid
In bepaalde omstandigheden kan maaien met een lagere rijsnelheid de maaikwaliteit
verbeteren.
Vermijd graspollen
Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen, kan er een kluit maaisel op uw gazon
achterblijven. Om dit te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid oppervlak gaan met de
messen ingeschakeld of u kunt het maaidek uitschakelen terwijl u vooruit gaat.
Houd de onderkant van het maaidek schoon
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek. Opgehoopt gras
en vuil zullen uiteindelijk de maaikwaliteit aantasten.
De maaimessen onderhouden
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een scherp maaimes. Een scherp mes snijdt het
gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en rafelen wordt het gras
bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer na elk gebruik of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd
zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een
maaimes beschadigd of versleten is, dient u het te vervangen.
3445-800A
Pagina 4–17
Bediening: Tijdens de werking