NEDERLANDS
-
Zorg ervoor dat de montageplaat na installatie stevig en vlak genoeg tegen de
muur ligt.
-
Dit weergegeven figuur kan afwijken van het daadwerkelijke object, neem dit
laatste als standaard.
Stap 3. Boor het gat in de muur. Afb. 6
Er moet een gat in de muur worden geboord voor de koelmiddelleiding, afvoerleiding
en aansluitkabels.
3.1 Bepaal de locatie van de basis van het gat in de muur ter hoogte van de
montageplaat.
3.2 Het gat moet een diameter hebben van minimaal 70 mm en een lichte schuine
hoek hebben om de afvoer te vergemakkelijken.
3.3 Boor het gat in de muur met een kernboor van 70 mm en met een kleine schuine
hoek lager dan het binnenste uiteinde ongeveer 5 mm tot 10 mm.
3.4 Bevestig de muurdoorvoer en muurdoorvoerafdekking (beide delen zijn
optioneel) om de verbindingsdelen te beschermen.
LETOP:
Vermijd bij het boren van het gat in de muur kabels, leidingen en andere gevoelige
componenten.
Legenda afbeelding 6:
1.
Muurdoorvoerhoes (optioneel)
2.
Binnen
3.
Muurdoorvoer (optioneel)
4.
Buiten
5.
kleine schuine hoek
Stap 4. Sluit de koelmiddelleiding aan
4.1 Selecteer, afhankelijk van de positie van het gat in de muur, de juiste modus voor
de leidinguitgang.
Er zijn drie optionele pijpmodi voor binnenunits, zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding:
In pijpuitlaatmodus 1 of pijpuitlaatmodus 3 moet een inkeping worden gemaakt
met een schaar om de plastic folie van de pijpuitlaat en de kabeluitlaat aan de
overeenkomstige kant van de binnenunit door te knippen. Afb. 7
OPMERKING:
Bij het snijden van de plastic plaat aan de uitlaat, moet de snede worden bijgesneden
zodat deze glad is.
292
EVVO CLIMA 9000/12000/18000/24000