2. Nivelleer de unit als volgt ten opzichte van de infuusstandaard:
a. Roteer de laserpointer totdat de pointer de laserstraal uitzendt
(zie figuur 7).
b. Richt de laser op de patiënt.
c. Draai de blauwe schroef los en stel de hoogte van de EDS 3 unit
zodanig bij (zie figuur 8a) terwijl de laserpointer wordt gecentreerd
op de uitwendige gehoorgang van de patiënt (voor ventriculaire
drainage) of op de lumbale katheteruitgangsplaats (voor lumbale
drainage). Deze positie is het referentiepunt "Nul" (zie figuur 8b).
d. Roteer de laserpointer totdat de laserstraal verdwijnt.
3. Neem het waterpasinstrument uit het EDS 3 systeem.
De druppelkamer in positie hangen
WAARSCHUWING: De intracraniale druk wordt bepaald door de
positie hoogte van de druppelkamer ten opzichte van het lichaam
van de patiënt. Het is van dwingend belang dat noch de druppelkamer,
noch de patiënt onopzettelijk van positiehoogte veranderen.
Bewegingen door de patiënt na plaatsing van de druppelkamer kan
invloed uitoefenen op de intracraniale druk van de patiënt.
Sluit de twee klemmen aan de bovenkant van de vochtafnamezak
wanneer de stroomrichting van/naar het EDS 3 systeem moet worden
omgekeerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de vloeistof in aanraking
komt met de ontluchter aan de bovenkant van de zak, waardoor een
goede drainage zou worden verhinderd, en tevens wordt voorkomen
dat er vloeistof naar de druppelkamer terugstroomt.
LET OP: Sluit de klem onder de ontluchter, zodat voorkomen wordt dat
de ontluchter nat wordt wanneer de zak wordt neergelegd, bijvoorbeeld
tijdens verplaatsing van de patiënt. Als de ontluchter nat wordt, kan de
instroom van liquor in de zak daardoor worden verhinderd. Open de
klem onder de ontluchter zodra het systeem op een infuusstandaard
of een andere drager is geïnstalleerd.
1. Draai de witte schroef los en schuif de zwarte drukschemalijn van de
druppelkamer naar de gewenste drukinstelling in mm Hg of in cm H
Zet de druppelkamer vast door de witte schroef rechtsom te draaien.
DRAAI DE SCHROEF NIET TE STRAK VAST (zie figuur 9).
N.B.: De waarden op de drukschemalijn van de druppelkamer komen
overeen met die van de vloeistofuitgang in de druppelkamer. De invoerslang
heeft geen invloed op de drukinstelling, omdat beide uiteinden van de slang
zich op gelijke afstand bevinden van de top van de klep, gemeten vanaf de
drukinstellingspijl.
2. Raadpleeg Het EDS 3 uitwendig liquordrainagesysteem bedienen
voor informatie over het instellen van de afsluiters voor uitvoering van
specifieke procedures.
3. Indien u controlelijnen voor de intracraniale druk gebruikt (niet
bijgeleverd), sluit deze dan aan op de systeemafsluiter of op de patiënt-
infuuslijnafsluiter. Raadpleeg De intracraniale druk (ICP) bewaken
voor aanwijzingen over het instellen van de betreffende afsluiter op
de stand Monitoring Only. N.B.: Het CODMAN EDS 3 apparaat is
zodanig ontworpen dat er bij de microbieel retentieve ontluchter lucht
in de druppelkamer kan instromen. Hierdoor wordt het mogelijk, de
drainagedruk door middel van de hoogtepositie van de druppelkamer
in te stellen, en tevens wordt voorkomen dat de drukinstelling wordt
beïnvloed door zuiging of tegendruk vanuit de neerwaartse lijn of vanuit
de afnamezak. De aanwezigheid van lucht in de neerwaarts vanaf de
druppelkamer leidende slang is een normaal verschijnsel.
Het EDS 3 uitwendig liquordrainagesysteem bedienen
Met het EDS 3 systeem kunt u verscheidene patiëntgerichte drainage- en
monitoringfuncties uitvoeren, te weten:
• H et draineren van liquor in de druppelkamer
• H et draineren van liquor vanuit de druppelkamer in de afnamezak
• H et monitoren van de intracraniale druk met een vloeistofgekoppelde
transducer (FC [Fluid Coupled] transducer)
• H et injecteren van medicijnen in het systeem
• H et afnemen van liquor
Elk van deze procedures kan met behulp van de drie afsluiters in werking
worden gesteld. In dit onderdeel van de handleiding wordt de juiste
bediening van de afsluiters beschreven.
N.B.: In de hierna volgende procedurebeschrijvingen is ervan uitgegaan dat
de EDS 3 op de juiste wijze is geïnstalleerd en genivelleerd.
N.B.: Het EDS 3 systeem wordt voor primaire levering verzonden met de
afsluiters in de stand Null.
Het gebruik van de patiënt-infuuslijnafsluiter
(Zie figuur 10)
De patiënt-infuuslijnafsluiter regelt de doorstroming van liquor van de
patiënt-infuuslijn naar de andere componenten van het EDS 3 systeem. In de
volgende paragraaf wordt beschreven hoe u de patiënt-infuuslijnafsluiter kunt
instellen. Aangezien de patiënt-infuuslijn buigzaam is en soms een lusvorming
verloop heeft, moet de patiënt-infuuslijnafsluiter altijd zodanig gepositioneerd
zijn dat de verbinding met de monitoring-poort onbelemmerd blijft.
• S tand Drainage Only (Uitsluitend draineren) – Opent de verbinding
tussen de patiënt-infuuslijn en de systeemafsluiter. Deze afsluiterstand
schakelt de monitoring-poort uit. Deze stand wordt gebruikt voor het
draineren van liquor.
• Stand Monitoring Only (Uitsluitend monitoring) – Opent de verbinding
tussen de patiënt-infuuslijn en de monitoring-poort. Deze afsluiterstand
beëindigt de doorstroming van liquor naar de systeemafsluiter. Deze stand
wordt gebruikt voor het monitoren van de intracraniale druk met een
vloeistofgekoppelde (FC) transducer.
• Stand Closed (Gesloten) – Deze afsluiterstand beëindigt de doorstroming
van liquor naar de systeemafsluiter en schakelt de monitoring-poort uit.
• S tand Null (Geen functie) – Deze afsluiterstand kan onnauwkeurige
metingen van de intracraniale druk veroorzaken en is daarom niet
aan te raden.
Het gebruik van de systeemafsluiter
(Zie figuur 11)
De systeemafsluiter regelt de doorstroming van liquor naar de
druppelkamer. Ook verschaft deze afsluiter een poort voor het
aansluiten van een ICP-monitor (FC transducer). In de volgende
paragraaf wordt beschreven hoe u de systeemafsluiter kunt instellen.
• Stand Drainage Only (Uitsluitend draineren) – De systeemafsluiter
is verbonden met de druppelkamer. Deze afsluiterstand schakelt de
monitoring-poort uit. Deze stand wordt gebruikt voor het draineren
van liquor.
• Stand Monitoring Only (Uitsluitend monitoring) – Opent de verbinding
tussen de patiënt-infuuslijn en de monitoring-poort. Deze afsluiterstand
O.
beëindigt de doorstroming van liquor naar de druppelkamer. Deze stand
2
wordt gebruikt voor het monitoren van de intracraniale druk met een
vloeistofgekoppelde (FC) transducer.
• Stand Closed (Gesloten) – Deze afsluiterstand beëindigt de doorstroming
van liquor naar de druppelkamer en schakelt de monitoring-poort uit.
• S tand Null (Geen functie) – Deze afsluiterstand kan bij gebruikmaking
van een FC transducer onnauwkeurige metingen van de intracraniale druk
veroorzaken en is daarom niet aan te raden.
Het gebruik van de druppelkamerafsluiter
(Zie figuur 12)
De druppelkamerafsluiter regelt de keuze van liquoruitstroom in de
afnamezak of liquoraccumulatie in de druppelkamer. Ook verschaft deze
afsluiter een poort voor vochtafname. In de volgende paragraaf wordt
beschreven hoe u de druppelkamerafsluiter kunt instellen.
• Stand Drainage Only (Uitsluitend draineren) – Bij deze stand ledigt
de druppelkaner zich in de afnamezak. Bij deze afsluiterstand is de
vochtafnamepoort uitgeschakeld. Deze stand wordt gebruikt voor het
draineren van liquor in de afnamezak.
WAARSCHUWING: Indien men de intracraniale druk (ICP) controleert
met een FC transducer aan de afsluiter van de druppelkamer, levert
dit klinisch irrelevante metingsuitslagen op. Monitor de ICP niet bij
de druppelkamerafsluiter.
• Stand Sampling Only (Uitsluitend vochtafname) – Opent de
verbinding tussen de druppelkamer en de vochtafnamepoort, terwijl
er geen vloeistof in de afnamezak kan stromen. Deze stand wordt
gebruikt voor het bemonsteren van afgenomen liquor.
• S tand Drip Chamber (Druppelkamer) – Deze afsluiterstand beëindigt de
doorstroming van liquor naar de afnamezak en schakelt de afnamepoort
uit. Bij deze stand verzamelt zich liquor in de druppelkamer maar kan de
liquor niet voor bemonstering worden afgenomen.
• Stand Null (Geen functie) – Toepassing van deze stand wordt afgeraden.
Het EDS 3 systeem voorvullen
N.B.: De afsluiters staan bij verzending en levering in de stand Null.
N.B.: Het is van belang, bij het voorvullen van het EDS 3 systeem van
aseptische technieken gebruik te maken.
1. Vul een LUER-LOK spuit met steriele fysiologische zoutoplossing. Een
spuit van 10 ml is hiervoor aan te bevelen.
22