Afbeelding 2 Productcomponenten
1 Behuizing van de sensor
2 Doorstroomcel, roestvrij staal
3 Spuit voor elektrolyt, 5 mL
Hoofdstuk 3 Installatie
Diverse gevaren. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van het document beschreven taken
uitvoeren.
3.1 Installatierichtlijnen
• Plaats het instrument op een plaats die toegankelijk is voor bediening, onderhoud en kalibratie.
• Zorg dat het display en de bedieningsknoppen goed zichtbaar zijn.
• Houd het instrument uit de buurt van warmtebronnen.
• Houd het instrument uit de buurt van trillingen.
• Houd de monsterleidingen zo kort mogelijk om de responstijd tot een minimum te beperken.
• Controleer of er geen lucht in de monstertoevoerleiding zit.
184 Nederlands
4 Kalibratiedop
5 Membranen (4x)
6 Sensorkabel, 10 m
V O O R Z I C H T I G
7 Elektrode
8 SC4500-controller
9 Kabelwartel, M16