Hach Polymetron 2582sc Manual Del Usuario página 202

Probleem
Er is geen aanzienlijke
stroomtoename
wanneer de sensor
zich in de lucht
bevindt voor kalibratie.
De meting is niet
stabiel.
202 Nederlands
Mogelijke oorzaak
Er is verontreiniging in de
elektrolyt door een losse
vulschroef.
Er is verontreiniging in de
elektrolyt als gevolg van een
membraanlek.
Het membraan is gescheurd.
De elektrode is niet correct
gemonteerd in de
sensorbehuizing, waardoor er
een opening is tussen het
membraan en de kathode.
De sensorkabel of de
aansluitingen zijn beschadigd.
Het membraan is versleten.
Er is een donkergroene afzetting
van zilverbromide (AgBr)
aanwezig op de zilveranode van
de elektrode.
De kabelconnector is vochtig of
er zit water in.
De sensorkabel is niet correct
aangesloten.
Er bevinden zich luchtbellen bij
de kathode.
De sensor is hard geschud.
Er is elektromagnetische
interferentie bij de sensor of
sensorkabel.
Er is tijdelijke interferentie met
andere gassen.
Het monsterdebiet is te laag
(minimaal 4 mL/h).
Slib uit een heterogeen monster
heeft schade aan het membraan
veroorzaakt.
Er is een drukvariatie in de
monsterleiding.
Oplossing
Vervang de elektrolyt. Zie de geïllustreerde stappen
in Zet de sensor in elkaar
Zorg ervoor dat de elektrolytvulring is aangebracht
met de kunststof vulschroef. Draai de kunststof
vulschroef vast met een schroevendraaier, maar
oefen daarbij geen overmatige kracht uit. Controleer
of de sensor niet beschadigd is.
Vervang de elektrolyt en het membraan. Zie
membraan vervangen op pagina 199.
Voer de stappen in Het membraan vervangen
op pagina 199 uit.
Verwijder de elektrolytvulschroef. Draai vervolgens
de borgmoer voor de elektrode handvast. Breng de
elektrolytvulschroef weer aan.
Controleer de aansluiting op de controllermodule.
Als deze juist is, controleer dan de aansluitingen
naar de kabelconnector van de sensor.
Voer de stappen in Het membraan vervangen
op pagina 199 uit.
Voer de stappen in Het membraan vervangen
op pagina 199 en Reinig de elektrode
uit.
Droog de sensorkabelconnector aan de binnen- en
buitenkant.
Controleer de aansluiting van de sensorkabel bij de
module in de controller. Als deze in orde is,
controleert dan de verbindingen bij de
sensorkabelconnector.
Vervang de elektrolyt. Controleer dat er geen
luchtbellen zijn aan de onderkant van de
sensorbehuizing.
Controleer de bevestiging en stabiliteit van de
sensor.
Zoek een betere locatie voor de sensorkabel en
controleer de EMC-niveaus.
De interferentie is hoofdzakelijk met H
Verhoog het monsterdebiet.
Installeer een deflector of wijzig de locatie van de
sensor.
Zorg ervoor dat de sensor bij atmosferische druk
gebruikt wordt.
op pagina 185.
Het
op pagina 199
S.
2