Optimalisatie Tijdens De Dynamische Passessie - Ottobock Pheon 3R62 Instrucciones De Uso

► Controleer na de montage of de ontgrendelingstrekkabel geheel volgens de opbouwinstruc­
ties is gemonteerd.
Controleer of de ontgrendelingstrekkabel en de vergrendeling goed werken (ontgrende­
►
len/vergrendelen).
Tekst in de afbeelding
4
: Safe pulling direction ≙ Veilige trekrichting
5
: Safety distance for secure unlocking ≙ Veiligheidsmaat voor veilig ontgrendelen
► Bij gebruik van het prothesekniescharnier met vergrendeling, moet u de ontgrendelingstrekka­
bel monteren aan de hand van de afbeeldingen
► INFORMATIE: Bewaar de losgedraaide bout (zie afb.
grendeling later nog eens blijvend moet worden gedeactiveerd.
► Om er zeker van te kunnen zijn dat de vergrendelingspen goed functioneert, moet u de ont­
grendelingstrekkabel zo aanbrengen, dat hij zich in het gemarkeerde gebied bevindt en er in
een veilige richting aan getrokken kan worden.
► Om storingen in de werking te voorkomen, moet de lengte van de ontgrendelingstrekkabel zo
worden gekozen dat de kabel niet onder spanning staat, wanneer de vastzetschuif zich in de
ruststand bevindt. Bij het bedienen van de vastzetschuif moet het kniescharnier met zekerheid
worden ontgrendeld.
→ Bediening van de vastzetschuif: zie afb.
→ Ruststand van de vastzetschuif: zie afb.
► Breek het nokje van de vastzetschuif niet los, omdat de arrêteerstand van de vastzetschuif
niet mag worden gebruikt.
Controleer de controlemaat voor het betrouwbaar ontgrendelen (markering op de vergren­
►
delingspen) volgens de afbeelding.
INFORMATIE: De controlemaat moet in acht worden genomen, omdat de vergrendelingspen
dan zo ver kan worden uitgetrokken, dat het prothesekniescharnier met zekerheid wordt ont­
grendeld.
► Kort bij onderschrijding de ontgrendelingstrekkabel zo ver in dat de controlemaat bij bedie­
ning van de vastzetschuif in acht wordt genomen.
6.3 Optimalisatie van de statische opbouw
► Voor het optimaliseren van de statische opbouw moet de patiënt op het meetapparaat gaan
staan (zie afb.
► Controleer in het sagittale vlak de loop van de belastingslijn ten opzichte van het gemarkeerde
opbouwreferentiepunt en breng eventueel de nodige correcties aan (zie afb.
► Controleer in het frontale vlak de loop van de belastingslijn ten opzichte van de gemarkeerde
punten (prothesevoet, prothesekniescharnier, spina iliaca anterior superior) en breng eventu­
eel de nodige correcties aan (zie afb.

6.4 Optimalisatie tijdens de dynamische passessie

VOORZICHTIG
Instellingen aanpassen
Vallen door onjuiste of ongewone instellingen
► Pas de instellingen altijd langzaam aan de patiënt aan.
► Geef de patiënt uitleg over de gevolgen van de aanpassingen op het gebruik van de prothe­
se.
74
6
op pagina 7).
4
op pagina 5 en
4
5
, pos.
5
, pos.
7
op pagina 8).
5
op pagina 6.
, stap ) voor het geval dat de ver­
6
op pagina 7).