Scorpius-A
INLEIDING OP EN GEBRUIK VAN DE SCOOTER
4.1 HET BEDIENINGSPANEEL HERKENNEN EN GEBRUIKEN
Afbeelding 5 – Bedieningspaneel van de Scorpius-A
Nr.
ONDERDEEL
1
Vertragen
2
Aan-/uitschakelaar
3
Versnellen
4
Digitaal slot (cijfertoetsen)
5
Schakelaar koplamp/achterlicht
6
Accumeter/indicatorlampje storingen
7
Claxon
8
Digitaal slot (Enter-toets)
•
Houd het paneel schoon en vrij van water, olie en stof. Deze kunnen het RF-sensorbereik
verkleinen of storingen veroorzaken.
•
Gebruikt u het paneel, druk dan altijd op het middelpunt van een knop, zodat het indrukken ook
goed wordt gedetecteerd.
•
Plaats geen voorwerpen op het paneel. Dit kan een storing van het aanraakscherm of schade
aan de scooter veroorzaken.
•
Is er sprake van een storing, dan knippert de accumeter/het indicatorlampje voor storingen.
Staak het gebruik van de scooter wanneer de indicator knippert. Zie hoofdstuk 8.
•
Blijft de aan-/uitschakelaar oplichten nadat de scooter is uitgeschakeld, laat de hendel dan los en
verwijder de accu. Neem contact op met uw leverancier.
1656610~B
1
2
3
5
6
7
FUNCTIE
Druk in om de snelheid te verlagen.
Druk hierop om de scooter in of uit te schakelen.
Druk in om de snelheid te verhogen.
Stel een wachtwoord in om de scooter te vergrendelen.
Druk in om de koplamp en achterlicht in te schakelen.
Hierop wordt de accustatus of worden storingen
weergegeven.
Druk in om, indien noodzakelijk, een
waarschuwingssignaal af te geven.
Druk op Enter om het wachtwoord te bevestigen.
Gebruikershandleiding
4
8
101