Scorpius-A
24 V/12 A-loodzuuraccu (optioneel):
•
Er kunnen uitsluitend accu's van een bepaald type en met een bepaalde spanning bij deze scooter
worden gebruikt. Uw scooter kan zijn voorzien van de standaardlithiumaccu of van een optionele
loodzuuraccu.
•
Gebruik alleen de bij uw scooter meegeleverde loodzuuracculader (2 A/4 A) om de loodzuuraccu op te
laden.
•
Het is niet toegestaan om zure elektrolyten aan de accu toe te voegen.
•
De accu levert pas optimale prestaties wanneer de scooter een aantal keren is gebruikt en de accu een
aantal keren is opgeladen.
•
De minimale laadtijd is afhankelijk van de laadtoestand van de accu.
•
Te vaak of te kort opladen verkort de levensduur van de accu.
•
Laad de accu na elke rit op. Schakel de stroom niet in terwijl de scooter wordt opgeladen.
•
Laad de scooter op bij 0 °C ~ 40 °C. Temperaturen buiten dit bereik kunnen de prestaties van de
acculader en accu beïnvloeden.
•
Wordt de scooter gedurende een langere periode opgeborgen, dan moeten de accu's minstens één keer
per drie maanden worden opgeladen.
•
Laad uw accu's regelmatig op voor een optimale levensduur. Laad uw accu's altijd op voordat zij een
laadstatus van 20% bereiken.
•
Wij raden aan de accu van uw scooter elke zes maanden te laten controleren, ongeacht hoeveel u de
scooter gebruikt. Neem contact op met uw leverancier.
Laders (lithium/loodzuur):
•
Laat de acculader niet ingestoken op uw scooter wanneer de acculader niet is ingeschakeld. Uw accu kan
hierdoor ontladen. Ontkoppel de kabels altijd wanneer het laden is voltooid.
•
Inspecteer de acculader voor elk gebruik. Zorg ervoor dat de aansluitingen droog en schoon zijn.
•
Sluit uw acculader niet aan via een verlengsnoer.
•
Wees u ervan bewust dat de acculader tijdens het laden heet kan worden. Raak deze niet aan.
•
Dek de acculader niet af. Gebruik de acculader in een goed geventileerde ruimte. Tijdens het laden
kunnen er explosieve gassen vrijkomen. Rook niet wanneer de accu wordt opgeladen.
Bewaar de acculader in een goed geventileerde ruimte. Laat de acculader niet vallen.
•
•
Loodzuuracculaders kunnen niet worden gebruikt om lithiumaccu's op te laden. Gebruik alleen
acculaders die specifiek bedoeld zijn voor lithiumaccu's om deze accu's op te laden. U kunt
alleen een loodzuuracculader gebruiken als uw scooter is voorzien van de optionele
loodzuuraccu's. (Zie hoofdstuk 9-1 voor meer informatie.)
•
Wilt u overstappen op de optionele loodzuuraccu's, neem dan contact op met uw leverancier en
laat het accusysteem, bijvoorbeeld de instellingen voor de laadpoort en controller, resetten.
•
Neem de bovenvermelde waarschuwingen in acht. Defecten aan de accu of acculader die zijn
veroorzaakt door onderhoud of demontage door onbevoegden, verkeerd gebruik of
onopzettelijke schade vallen niet onder de fabrieksgarantie.
6.3 ACCUMETER
Er is een indicator die de status van de accucapaciteit weergeeft (afbeelding 22):
•
Versie met aanraakscherm: 6 segmenten
•
Versie met sleutel: 5 segmenten
•
Licht de accumeter naar rechts (groen) op, dan beschikt de accu over voldoende vermogen.
•
Licht de accumeter naar links (rood) op, dan beschikt de accu over onvoldoende vermogen.
•
Controleer de accucapaciteit voordat u begint met rijden.
Knippert het rode lampje, laad de accu dan onmiddellijk op.
In dit geval kan de scooter namelijk nog maar een
bufferafstand van twee kilometer of minder afleggen.
•
De op het paneel weergegeven segmenten zijn uitsluitend
bedoeld ter referentie. Raadpleeg de led-indicator van de
acculader voor een nauwkeuriger beeld van de laadstatus.
•
Bedraagt de accucapaciteit minder dan drie segmenten, dan
kan de scooter mogelijk niet worden in- of uitgeklapt. Laad
de accu onmiddellijk op.
1656610~B
Gebruikershandleiding
Afbeelding 28
109