Scorpius-A
6.4 DE LADER GEBRUIKEN
De accu's moeten worden opgeladen voordat de scooter voor het eerst wordt gebruikt en na elke dag dat de
scooter is gebruikt.
Bij uw scooter kan de standaard 24 V/2 A-lader voor lithiumaccu's of, mits u de verbeterde lithiumaccu van
17,4 Ah hebt aangeschaft, de optionele, grotere 24 V/4 A-lader zijn meegeleverd. Daarnaast kan er, mits u de
optionele loodzuuraccu's voor uw scooter hebt aangeschaft, een 24 V/2 A-loodzuuracculader bij uw scooter
zijn meegeleverd.
Gebruik de loodzuuracculader niet om lithiumaccu's op te laden. Deze zijn niet compatibel en dit gebruik kan
schade veroorzaken.
Lithiumacculader:
Uitgangsspanning: 100 V~240 V (Afbeelding 29)
1. Uitgangskabel acculader, 4-pins
2. AC-netsnoer (S)
3. Led-indicator (T)
•
ROOD LAMPJE BRANDT: voorladen
•
ORANJE LAMPJE BRANDT: normaal opladen
•
GROEN LAMPJE BRANDT: volledig opgeladen
4. Het duurt zeven uur om een accu volledig op te laden. Is
het opladen voltooid, ontkoppel dan eerst het netsnoer.
Loodzuuracculader (optioneel):
Uitgangsspanning: 100 V~240 V (Afbeelding 30)
1. Uitgangskabel acculader, 3-pins
2. AC-netsnoer (V)
3. Led-indicator (W)
•
ROOD LAMPJE BRANDT: voorladen
•
ORANJE LAMPJE BRANDT: normaal opladen
•
GROEN LAMPJE BRANDT: volledig opgeladen
4. Het duurt zeven uur om een accu volledig op te laden. Is
het opladen voltooid, ontkoppel dan eerst het netsnoer.
•
De aangeleverde acculader kan per land verschillen. Ook de laadprocedure kan afwijken van
hetgeen hieronder staat vermeld. De acculaders voor lithiumaccu's en loodzuuraccu's
(optioneel) zijn niet hetzelfde.
•
Tijdens het voorladen licht het ledlampje van de acculader rood op. Is dit niet het geval, neem
dan contact op met uw bevoegde leverancier.
•
Inspecteer de acculader voor elk gebruik en controleer hierbij of de connectoren droog en
schoon zijn. Sluit uw acculader niet aan via een verlengsnoer.
•
Gebruik geen acculaders van een ander merk om de scooter op te laden. Gebruik alleen de
oorspronkelijk bij de scooter meegeleverde acculader.
•
De acculader is voorzien van een koelventilator. Lijkt deze ventilator niet correct te werken,
schakel de acculader dan onmiddellijk uit om oververhitting te voorkomen. Neem contact op met
uw bevoegde leverancier.
•
Laat de acculader niet ingestoken op uw scooter wanneer de acculader niet is ingeschakeld. Uw
accu kan hierdoor ontladen. Ontkoppel de kabels altijd wanneer het laden is voltooid.
•
Wees u ervan bewust dat de acculader tijdens het laden heet kan worden. Raak deze niet aan.
•
Bewaar de acculader in een goed geventileerde ruimte. Laat de acculader niet vallen.
1656610~B
-connector (R)
-connector (U)
Gebruikershandleiding
(R)
(S)
Afbeelding 29
(V)
(U)
Afbeelding 30
(T)
(W)
110