SOPRO COMEG SYMBIOZ Flow Manual De Usuario página 184

7
BiJZOnDeRe KenMeRKen
7.8 COnTROle VAn De DRUK in De MeDisChe CO2-Fles
Deze jongste generatie insufflatoren is voorzien van een systeem waarmee de druk in de fles
wordt gemeten, dat continu zichtbaar is.
Zodra de druk in de CO2-fles 40 bar bereikt, wordt het overeenstemmende logo in het oranje
weergegeven.
Zodra de druk in de CO2-flex 20 bar bereikt, wordt de overeenstemmende waarde in het
oranje weergegeven.
Onder een druk van 10 bar kan de insufflator niet beginnen te werken. De waarde van de
toevoerdruk wordt in het oranje weergegeven.
7.9 COnTROle VAn heT CenTRAle TOeVOeRPUnT in De MUUR
VOOR MeDisCh CO2
Deze jongste generatie insufflatoren is voorzien van een centraal meetsysteem voor de druk van
het gas in het centrale in de muur ingewerkte systeem, dat continu zichtbaar is.
Onder 2.8 bar kan de insufflator niet starten. De waarde van het toevoerdebiet wordt in het
oranje weergegeven.
Vanaf een druk van 10 bar schakelen de insufflatoren automatisch over naar de 'fles-modus'.
Dit mag alleen worden gebruikt met een centraal toevoerpunt in de muur voor medisch CO2-
gas dat aan de Europese normen beantwoordt.
7.10 AAnRAAKsCheRM [l1]
Onze jongste generatie insufflatoren is uitgerust met een aanraakscherm, dat niet alleen een
vlottere communicatie, maar ook een groter gebruiksgemak garandeert. Op het aanraakscherm
kan de volgende informatie worden weergegeven:
• waarschuwingen en foutmeldingen;
• aanduiding van lege fles;
• aanduiding van de momentane druk in mm Hg;
• aanduiding van de voorgeschreven druk in mm Hg;
• aanduiding van het debiet in l/min;
• aanduiding van volume CO2 dat werd gebruikt, uitgedrukt in liter;
• aanduiding van de staat: start/stop en 'hoog debiet'/ 'laag debiet';
• aanduiding van de werkingswijze.
- 184 -