Gebruik Van De Vac 20; Alvorens Op Te Starten; Eerste Inbedrijfstelling; De Draairichting Controleren - Nederman VAC 20 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para VAC 20:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 73
7  Gebruik van de VAC 20
7.1 Alvorens op te starten
De vacuümunit en alle hulpopties werden getest voor
levering en al hun functies werden gecontroleerd. Bij
iedere unit wordt een testrapport bijgesloten.
Controleer het volgende vóór de eerste inbedrijfstel-
ling:
• De onderhoudsschakelaar is geïnstalleerd (indien
gebruikt).
• De installatieruimte heeft ventilatie-openingen (in-
dien binnenshuis gebruikt). Zie '6.1.1 Installatie bin-
nenshuis'.
• Stofcollector, leiding en kleppen op de werklocaties
zijn aangesloten.
• Afvoerlucht wordt weggeleid van de installatie (bij
gebruik binnenshuis).
• Zorg ervoor dat de uitlaatleiding beschermd is tegen
regen en sneeuw.
• Zorg dat de uitlaatleiding een rooster heeft zodat er
geen objecten in de leiding kunnen komen.
• De persluchttoevoer is permanent voorzien.
• Alle elektrische aansluitingen werden correct uitge-
voerd zoals in 6-7.
• Bij Nederman start- en regeleenheden zijn de klem-
men aangesloten terminals en in sommige gevallen
zijn de aansluitingen doorverbonden. Controleer ten
opzichte van de aansluitschema's.
• De kabel controlelampsignaal van alle kleppen is ge-
koppeld aan de start- en regelunit op units met au-
tomatische start/stop.
• Antipiekcontrole: De huidige omvormer is aangeslo-
ten op de relaiskast.
7.2 Eerste inbedrijfstelling
7.2.1 De draairichting controleren
Bij de eerste inbedrijfstelling dient u de draairichting
te controleren door het volgende te doen:
1
start de unit.
2
Vergelijk de draairichting van de motor met de pijl
op de motor.
• Indien de richting van de motor en de pijl het-
zelfde zijn, mag u de startprocedure laten door-
gaan.
• Indien de richting van de motor verschilt van de
richting van de pijl dient u de richting van de mo-
tor te wijzigen door het volgende te doen:
1
Stop de unit.
2
Koppel de stroom los.
3
Open de start- en regelunit
4 Schakel twee van de binnenkomende fase-
geleiders.
VAC 20
7.2.2 Controleren van de Y/D-tijdinstelling
De Y/D-tijdinstelling werd vooraf ingesteld in
de fabriek en hoeft normaal gesproken niet
aangepast te worden.
Wanneer u overschakelt op de D-modus voordat de
motor de topsnelheid bereikt heeft kan dit de start-
en regelunit beschadigen. Dit geldt in het bijzonder
wanneer automatisch starten en stoppen geïnstal-
leerd is. Te lang in de Y-modus resulteert in een over-
bodige vertraging voordat de unit volledig vacuüm le-
vert.
U dient de Y/D-tijdinstelling te controleren bij de eer-
ste inbedrijfstelling door het volgende te doen:
• Controleer of het motorgeluid constant en schel is,
wat wijst op volledig motoreffect, voordat de motor
overschakelt op D-modus.
7.2.3 Eerste ingebruikstelling met kabel
controlelampsignaal
Voor units met kabel controlelampsignaal dient u ook
het volgende te controleren bij de eerste inbedrijf-
stelling:
• De unit start uitsluitend direct wanneer zich een van
de volgende zaken voordoet:
• Er werd een klep geopend op een werklocatie,
waardoor de microschakelaar sluit.
• De test startknop wordt ingedrukt op de start- en
regelunit (indien beschikbaar).
• De unit sluit af wanneer de tijd die werd ingesteld op
de timerrelais verstreken is nadat de klep gesloten
is (maximaal 30 minuten).
7.2.4 Afstellen van de antipiekcontrole
door de PLC
Kijk naar de demperrotatie op de klephoekindicator
aan de voorkant van de dempermotor.
Testen van de instellingen voor de antipiek-
controle
Kijk naar de demperrotatie op de klephoekindicator
aan de voorkant van de dempermotor. Voor informatie
over het bewaken van de motorstroom, zie de installa-
tiehandleiding van de start- en besturingseenheden.
Stop de vacuümunit. Dicht de leiding aan de inlaatzijde
of "aanzuigzijde" volledig af. Doe niets aan de uitlaat.
start de unit.
De luchtstroom door de ventilator is nu nul en de PLC
stroomregelkring detecteert dat de motorstroom on-
der de instelpunt-waarde is en initieert dat de ASC
PLC de demper gaat openen. De demper begint met
tegen de klok in te draaien "De klep openen" en laat
bypass-lucht in de ventilator.
De motorstroom wordt langzaam groter en wanneer
de stroom binnen ± 5% van het instelpunt is, stopt de
dempermotor.
NL
173

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido