•
Controleer of de naverbranding (secundaire verbranding)
goed op gang komt. Dat is het geval als er gele, flikkerende
vlammen voor de gaten onder het schot op gang komen.
•
Als de luchtstroom normaal is, kunt u de deur sluiten en zal
het vuur automatisch branden.
Houtblokken toevoegen
Stook de kachel regelmatig op, maar gebruik alleen kleine
hoeveelheden brandstof tegelijk. Als de kachel te vol is, kan de
hitte voor extreme druk in de schoorsteen zorgen. Voeg altijd
met mate brandstof bij. Vermijd smeulend vuur omdat dit het
meest vervuilend is. Het vuur is het beste als het goed brandt en
de rook uit de schoorsteen nauwelijks zichtbaar is.
5.2 Gevaar van oververhitting
De haard mag nooit zo gebruikt worden dat
er oververhitting ontstaat.
Oververhitting treedt op als de haard te veel brandstof bevat
en/of de luchtopening te ver openstaat zodat er te veel hitte
wordt ontwikkeld. Een duidelijk teken van oververhitting is dat
er onderdelen van de haard rood gloeien. Als dat gebeurt, moet
u de luchtopening direct verkleinen.
Vraag om professioneel advies als u vermoedt dat er geen goede
trek in de schoorsteen zit (te veel of te weinig trek). Voor meer
informatie, zie «4.0 Installatie» (Schoorsteen en kachelpijp).
5.3 De as verwijderen
Het product beschikken over een aslade waarmee de as
eenvoudig verwijderd kan worden.
Gebruik de haardset (Fig. 24).
Waarschuwing: de haardset kan heet worden!
Fig. 27
A
1. Schraap de as door het rooster (fig. 27 A) op de basisplaat en
in de aslade. Gebruik een handschoen als u de hendel van de
aslade vastpakt.
2. Zorg ervoor dat de aslade niet zo vol raakt dat er geen as meer
door het rooster de lade in kan.
NEDERLANDS
69