Productinformatie over de Jøtul F 220
Materiaal:
Afwerking:
Brandstof:
Max. lengte van de blokken:
Ontluchtingssysteem:
Verbrandingssysteem:
Schoorsteenaansluiting:
Doorsnede van de aansluiting: Ø125 mm
Gewicht ca.:
Accessoires:
Afmetingen van de haard,
de brandmuur, enz.:
Veiligheidsvoorschriften
Het vloerschild moet voldoen aan het volgende: Wanneer
u de haard op een vloer van brandbaar materiaal wilt
plaatsen, moet u de vloer onder de haard en 300 mm
rondom voor de haard met een schild van niet-brandbaar
materiaal afdekken (zie afmetingen in afb. 1) Een
vloerschild van geëmailleerd gietijzer kan als accessoire
worden meegeleverd. De haard is zo beveiligd, dat er
geen isolerend materiaal tussen het schild en de vloer van
brandbaar materiaal nodig is.
De brandmuur moet aan de volgende eisen voldoen:
De brandmuur moet ten minste 100 mm dik zijn en van
baksteen, beton of lichtgewicht beton zijn gemaakt. U
kunt ook ander materiaal en andere modellen, zoals het
Jøtul Brannpanel, gebruiken als deze in de documentatie
zijn beschreven.
NB! De brandmuur mag niet van natuursteen zijn
gemaakt.
Afstand tot de brandmuur: De afstand tussen de haard
en de brandmuur moet ten minste 100 mm bedragen.
De brandmuur moet groot genoeg zijn, zodat het
dichtstbijzijnde punt van de haard of de kachelpijp
niet dichter dan 300 mm bij brandbaar materiaal staat
(zie afb. 1). U kunt de haard ook zonder een brandmuur
plaatsen. In dat geval moet de afstand ten minste 600
mm bedragen.
Haard in een nis plaatsen: U kunt een vrijstaande haard
in een nis plaatsen, wanneer deze nis net zo dik is als een
brandmuur. Er moet ten minste 100 mm ruimte zijn tussen
de nis en de zij- en achterplaten van de kachel. De nis moet
net zo hoog zijn als de maximale hoogte van de haard plus
de diepte van de nis. De voorkant moet vrij blijven.
Niet-geïsoleerde kachelpijp: Wanneer niet-geïsoleerde
kachelpijpen door vloeren of muren worden geleid, moet
er zich een bekisting of muur rond de pijp bevinden, zodat
de buitenste laag van de pijp niet dichter dan 230 mm in
de buurt van brandbaar materiaal komt. (Voor geïsoleerde
kachelpijpen geldt een andere afstand. Raadpleeg
brandbeveiligingsdocumentatie voor informatie over de
kachelpijp).
Gietijzer
Verf
Hout
34 cm
Bovenste ventilatie
Secundaire verbranding
Boven, achter of opzij
101 kg
Vloerschild
Zie afbeeldingen 1
Maatregelen voor brandpreventie
Elke keer dat u uw kachel gebruikt, kan dat gevaar
opleveren. Volg daarom de onderstaande instructies:
• Zorg ervoor dat meubels of andere brandbare
materialen niet te dicht bij de haard staan.
De afstand tot de haard moet ten minste 600 mm
bedragen.
• Laat het vuur uitbranden. Blus het vuur of de as nooit
met water, omdat dit de haard kan beschadigen.
• De haard wordt tijdens gebruik warm en kan bij
aanraking verbrandingen veroorzaken.
• U moet de as buiten of op een plek leggen waar de as
geen potentieel brandgevaar oplevert.
• Elke haard moet zijn voorzien van een opbergbak
van niet-brandbaar materiaal met een deksel voor
roet en as. Roet en as moeten minstens één week in
deze bak blijven liggen om er zeker van te zijn dat de
laatste smeulende resten zijn gedoofd. Wanneer u de
opbergbak eerder moet legen, giet u voldoende water
in de bak om met de as te vermengen.
• Maak gebruik van de as. As is namelijk een uitstekende
mest voor bijvoorbeeld rozen.
De Jøtul F 220 installeren
Controleer vóór het installeren of de haard geen
transportschade heeft opgelopen.
Fundament
Als de Jøtul F 220 op een houten vloer wordt geplaatst,
zorg er dan voor dat de vloerafmetingen onder de haard
voldoende zijn om de haard te kunnen houden.
Schoorsteen
De haard kan worden aangesloten op een gemetselde
schoorsteen, een geprefabriceerd element of stalen
schoorsteen van Jøtul. Zie het desbetreffende gedeelte. De
dwarsdoorsnede van de schoorsteen moet minstens 177
2
cm
bedragen. (Dat komt overeen met een diameter van 150
mm). De aansluiting op de schoorsteen moet geschieden
in overeenstemming met de installatievoorschriften van
de schoorsteenleverancier.
Luchtcirculatie
Als u een haard gebruikt, moet de ruimte waarin
deze zich bevindt over voldoende frisse lucht kunnen
beschikken. Als het huis is afgesloten, moet de ruimte via
luchtopeningen van extra frisse lucht worden voorzien.
Gebruik geen mechanische ventilatie-openingen in een
ruimte met een haard. Dat kan negatieve druk veroorzaken
en giftige gassen in de ruimte naar binnen laten.
NEDErlANDs
45