Kabelschroefkoppelingen En Signaalkabel; Bijzondere Installatieaanwijzingen Voor Apparaten Met Het Soort Ontstekingsbeveiliging "Drukvast Omhulsel - ABB VA Master FAM540 Instrucciones Para La Puesta En Funcionamiento

Ocultar thumbs Ver también para VA Master FAM540:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 81
4.2.3

Kabelschroefkoppelingen en signaalkabel

Kabelschroefkoppelingen
De apparaten worden geleverd met kabelschroefkoppelingen of ½" NPT schroefdraad met
stofbeschermingsdop. De verschillende soorten kabelschroefkoppelingen van de afhankelijk
van de wijze hoe de Ex-bescherming is geconfigureerd en kunnen met behulp van een
modelmatrix worden gekozen.
In combinatie met ATEX en IECEx Ex d "drukvast ontwerp" worden gecertificeerde drukvaste
kabelschroefkoppelingen meegeleverd, bij alle andere ATEX en IECEx uitvoeringen
daarentegen gecertificeerde kunststoffen schroefkoppelingen.
Voor een vakkundige bekabeling moeten de volgende kabeldiameters in acht te worden
genomen:
"Ex d" uitvoering:
Niet "Ex d" uitvoering:
Waarschuwing – algemene gevaren!
Bijzondere aanwijzingen over de "Ex d" kabelschroefkoppeling vindt u in hoofdstuk
"Bijzondere installatieaanwijzingen voor apparaten met het soort ontstekingsbeveiliging
"drukvast omhulsel"".
Er bestaat de mogelijkheid conform ATEX en IECEx gecertificeerde apparaten met ½" NPT
schroefdraad zonder kabelschroefkoppeling (uitzondering "Ex d") te bestellen en te gebruiken.
In dit geval is de exploitant ervoor verantwoordelijk de buisschroefkoppelingen vakkundig te
installeren, onder inachtneming van de nationale richtlijnen (b.v. NEC, CEC, ATEX 137,
IEC 60079-14, enz.).
Signaalkabel
De Ex-berekeningen zijn gebaseerd op temperaturen aan de kabelingang van 80 °C (176 °F).
Om deze reden moeten kabels met een specificatie van 80 °C (176 °F) worden gebruikt.
Voor kabels die geschikt zijn voor het gebruik bij max. 70 °C (158 °F) is het volgende van
toepassing:
Maximale omgevingstemperatuur T
De daaruit voortvloeiende, nieuwe max. mediumtemperaturen dienen als volgt te worden
bepaald:
Een nieuwe omgevingstemperatuur berekenen: T
Met de nieuwe omgevingstemperatuur T
toelaatbare meetstoftemperaturen bepalen.
De bijbehorende temperatuurklasse is vermeld in de tabellen met der originele
omgevingstemperatuur T
Voorbeeld:
T
Meetstoftemperatuur voor T
Temperatuurklasse voor T
CI/FAM540-X1
= 50 °C (122 °F) verandert in T
Amb
7,2 ... 11,7 mm (0.28 ... 0.46 inch)
5,0 ... 9,0 mm (0:20:00 ... 0.35 inch)
= 60 °C (140 °F).
Amb
nieuw m.b.v. de tabellen de bijbehorende
Amb
.
Amb
nieuw = 60 °C (140 °F).
Amb
= 60 °C (140 °F) bepalen.
Amb
= 50 °C (122 °F) bepalen.
Amb
VA Master FAM540
Ex-technische gegevens
nieuw = T
+ 10 °C (18 °F).
Amb
Amb
NL - 17

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido